Sunny Home Manager-installatie in de Sunny Portal aanmaken
Het Sunny Portal dient als gebruikersinterface van de Sunny Home Manager; met een Sunny Home Manager uitgeruste installatie worden over het algemeen en in dit document "Sunny Home Manager-installatie" genoemd.
Om een Sunny Home Manager-installatie voor de eerste keer of nieuw aan te maken, moet u de Installatie-Setup-Assistent van het Sunny Portal gebruiken onder www.sunnyportal.com/register.
De Installatie-Setup-Assistent begeleidt u door alle overige stappen:
Gebruikersregistratie
Registratie van de Sunny Home Manager-installatie
Installatie-eigenschappen zoals installatienaam en wachtwoord
Registratie en identificatie van de Sunny Home Manager
Configuratie van de energiemeter
Aanvullende installatie-eigenschappen zoals nominaal installatievermogen, locatie, jaaropbrengst, terugleververgoedingen en meer.
In de kolom gebruikersinformatie biedt de Installatie-Setup-Assistent voor alle instellingen ondersteunende achtergrondinformatie en aanwijzingen.

Ook als u al een zonnestroominstallatie heeft, waarin u achteraf een Sunny Home Manager wilt integreren, moet u een nieuwe installatie aanmaken.
Pas als de Sunny Home Manager geregistreerd is kunnen andere apparaten in de installatie worden herkend resp. kunnen verdere apparaten worden geïntegreerd.
Om de apparaten van de bestaande installatie in de nieuwe Sunny Home Manager-installatie te kunnen overnemen, moet u deze apparaten (normaal gesproken minimaal 1 omvormer) eerst in de oude installatie deactiveren. Vervolgens kunt u de apparaten aan de nieuwe installatie toevoegen.
De procedure voor het toevoegen of vervangen van apparaten wordt onder Configuratie > Apparaatoverzicht > Overzicht nieuwe apparaten beschreven.
Voorwaarden:
De zonnestroominstallatie en alle apparaten in het lokale netwerk moeten in bedrijf zijn en via een router met de Sunny Home Manager zijn verbonden.
De registratiecode (RID) en de identificatiecode (PIC) van de Sunny Home Manager moeten opgegeven worden. De gegevens staan op de typeplaat die aan de zijkant van het product en op de meegeleverde sticker is aangebracht.
Op de Sunny Home Manager moet de status-led groen branden en de performance-led moet uit zijn.
Om de PV-opwekking en het verbruik binnen het huishouden te kunnen weergeven, moeten er meters voor het meten van vermogens- en energiewaarden zijn aangesloten. Standaard wordt aan deze voorwaarde door Sunny Home Manager voldaan.
Werkwijze:
- Start de webbrowser en ga naar www.sunnyportal.com/register.
- De Installatie-Setup-Assistent wordt geopend en begeleidt u door alle overige stappen.
- Kies [Verder].
- De pagina Gebruikersregistratie wordt geopend.
- Activeer het veld Ik ben nieuw hier en kies [Verder].
- Voer de gegevens voor de registratie in.
- Kies [Verder].
- Na enkele minuten ontvangt u een e-mail met een link en uw aanmeldgegevens voor de Sunny Portal.
- Volg binnen 24 uur de link in de bevestigingsmail.
- De Sunny Portal bevestigt in een apart venster dat uw registratie succesvol was.
- Kies [Verder].
- De optie Nieuwe installatie aanmaken activeren en in het tekstvak Installatie-eigenschappen de vereiste gegevens invoeren:
- Voer in het veld Naam installatie een naam voor de installatie in. (In dit document wordt de installatie aangeduid als Sunny Home Manager-installatie.)
- Voer in het veld Wachtwoord een installatiewachtwoord in ( > Vereiste wachtwoorden).
Het installatiewachtwoord geldt voor alle via Speedwire verbonden apparaten van een installatie en komt overeen met het apparaatwachtwoord voor de gebruikersgroep Installateur.
- Als bij alle apparaten nog het standaardwachtwoord 1111 voor de gebruikersgroep Installateur is ingesteld, voer dan een nieuw installatiewachtwoord in.
- Als bij alle apparaten al een ander uniform wachtwoord is ingesteld, voer dit wachtwoord dan als installatiewachtwoord in.
- Als niet bij alle apparaten een uniform wachtwoord is ingesteld, stel dan bij alle apparaten een uniform wachtwoord voor de gebruikersgroep Installateur in en voer dit wachtwoord in de installatie-setup-wizard als installatiewachtwoord in. - Voer in het veld Herhaling wachtwoord het installatiewachtwoord opnieuw in.
Tip: noteer dit installatiewachtwoord; u zult het nog vaak nodig hebben! - Kies [Verder].
- Voer op de pagina Apparaten selecteren in de velden PIC en RID de identificatiecode (PIC) en de registratiecode (RID) van de Sunny Home Manger in.
- Kies [Identificeren].
- De overeenstemming tussen de ingevoerde gegevens en het aangesloten apparaat wordt gecontroleerd en het herkende apparaat wordt weergegeven.
- Kies [Verder].
- De Sunny Home Manager zoekt naar apparaten binnen het lokale netwerk. Na maximaal 10 minuten geeft de installatie-setup-wizard de serienummers van de apparaten in het lokale netwerk weer.
- Kies [Toevoegen] om de apparaten direct toe te voegen aan de Sunny Home Manager-installatie.
- Het installatiewachtwoord wordt overgenomen door de apparaten. Dit proces kan enige minuten duren. De apparaten worden vervolgens gekenmerkt door een groen haakje.
- Kies [Verder].
- Op de pagina Meterconfiguratie de gewenste energiemeter selecteren afhankelijk van de installatie in uw huis. Standaard wordt de geïntegreerde energiemeter van de Sunny Home Manager als referentie- en teruglevermeter gebruikt en voor de PV-opwekking de interne meting van de aangesloten SMA omvormer waardoor geen extra energiemeter nodig is.
- selecteer in het vervolgkeuzemenu Afname en teruglevering de optie Interne Energy Meter.
- Selecteer in het vervolgkeuzemenu PV-opwekking de optie Geen energiemeter.
Wanneer in de zonnestroominstallatie ook omvormers van andere fabrikanten zijn ingebouwd, moet voor de PV-opwekkingsmeting een Energy Meter zijn tussengeschakeld. Alleen in dit geval moet u in het vervolgkeuzemenu de optie SMA Energy Meter xxx kiezen. Hierbij staat xxx voor het serienummer van de SMA Energy Meter. Als de PV-installatie meerdere SMA Energy Meters bevat, kies dan de gewenste. Het opgewekte vermogen van de PV- en hybride omvormers wordt alleen door deze geselecteerde energiemeter gemeten. Op die manier kan een willekeurige combinatie van PV- en hybride omvormers worden gebruikt. - Kies [Verder].
- Op de pagina Uitgebreide installatie-eigenschappen moet u de gegevens van uw installatie invoeren:
- Het nominaal installatievermogen invoeren.
Het installatievermogen kunt u bij uw installateur opvragen. - Specifiek jaarrendement invoeren.
De specifieke jaaropbrengst voor de locatie van uw installatie kunt u van instralingskaarten aflezen. - De gegevens betreffende de locatie van de installatie invoeren.
- Eventueel de terugleververgoeding invoeren
De terugleververgoeding wordt door uw lokale netbedrijf aangegeven. - Als u de door uw installatie geproduceerde energie zelf wilt gebruiken om bijv. verbruikers te schakelen, moet u de vraag met betrekking tot het Eigenverbruik met Ja beantwoorden.
- Bij Begrenzing van de teruglevering van werkelijk vermogen de gewenste optie kiezen en de gevraagde instellingen uitvoeren.
De begrenzing van de teruglevering van werkelijk vermogen moet eventueel conform de aanwijzingen van de netwerkexploitant worden ingesteld. - Automatische Updates instellen: de automatische updates moeten worden geactiveerd, om een goed verlopende communicatie binnen de installatie te waarborgen.
- E-mailadres van de exploitant invoeren.
- Kies [Verder].
- De installatie-setup-wizard laat een samenvatting van de door u ingevoerde gegevens zien. U heeft de mogelijkheid, uw instellingen te controleren en eventueel te corrigeren.
- Als alle instellingen juist zijn, selecteert u [Voltooien].
- De basisconfiguratie is afgerond.
- De Sunny Portal bevestigt op de volgende pagina dat het aanmaken van uw installatie succesvol was.
Bovendien verschijnt de melding dat de communicatiebewaking is geactiveerd en u dagelijks automatisch via e-mail een dagrapport krijgt toegestuurd. - Kies [Naar de installatie] om naar de Sunny Home Manager-installatie te gaan.
- De gebruikersinterface van uw installatie wordt geopend.

Instellingen voor het aanmaken van een installatie (voorbeeld)