Installatieconfiguratie bewerken
Voorwaarde voor de weergave van deze pagina:
In de installatie moet minimaal 1 nieuw apparaat zijn herkend.
In de pagina- en menukeuze wijst een uitroepteken naast het menupunt installatiebewaking erop, dat in de installatie minimaal 1 nieuw apparaat is herkend.
U hoeft nieuw herkende apparaten niet direct te configureren, maar kan dit ook op een later tijdstip uitvoeren.
Nieuw apparaat configureren:
- In het veld installatieconfiguratie apparaat nu inrichten >> kiezen.
- U wordt naar het tabblad Overzicht nieuwe apparaten binnen het menu Configuratie > apparaatoverzicht doorgestuurd ( > Apparaten toevoegen of vervangen).
- Het gewenste apparaat selecteren en in de kolom configuratie de kiezen, om het nieuwe apparaat aan de installatie toe te voegen, of de kiezen, om het nieuwe apparaat aan de installatie als vervangingsapparaat toe te voegen.
- De configuratiewizard wordt geopend en begeleidt u door de volgende stappen.
- Wanneer alle nieuwe apparaten zijn geconfigureerd, wordt het veld installatieconfiguratie op het tabblad installatiebewaking als ook het uitroepteken naast het menupunt installatiebewaking niet meer weergegeven.
Wanneer alle nieuwe apparaten zijn geconfigureerd, moet ook het uitroepteken naast het menupunt installatiebewaking verdwijnen.
Storende uitroeptekens wissen:
Wanneer u zich aan het uitroepteken naast het menupunt installatiebewaking, dat u herinnert aan deze nog uit te voeren actie, stoort, kunt u het wissen, door in het menu Configuratie > Apparaatoverzicht alle nieuw herkende, nog niet geconfigureerde apparaten te verwijderen ( > Apparaten toevoegen of vervangen).

Wanneer het uitroepteken naast het menupunt installatiebewaking niet verdwijnt, bestaat er een communicatieprobleem bij de gegevensontvangst of eventueel bij de omvormervergelijking.