Belangrijke veiligheidsaanwijzingen

Handleiding bewaren.

Dit hoofdstuk bevat veiligheidsaanwijzingen die bij alle werkzaamheden altijd in acht genomen moeten worden.

Het product is volgens internationale veiligheidseisen ontworpen en getest. Ondanks een zorgvuldige constructie bestaan, net zoals bij alle elektrische of elektronische apparaten, restgevaren. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en neem altijd alle veiligheidsaanwijzingen in acht om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen en een lange levensduur van het product te garanderen.

GEVAAR

Levensgevaar door elektrische schokken bij het aanraken van spanning geleidende DC-kabel

De DC-kabels die op een batterij zijn aangesloten kunnen onder spanning staan. Het aanraken van spanningvoerende DC-kabels leidt tot dodelijk of ernstig lichamelijk letsel als gevolg van een elektrische schok.

  1. Laat de omvormer en de batterij uitsluitend monteren, installeren en in bedrijf stellen door vakmensen met de juiste kwalificaties.
  2. Schakel voor het uitvoeren van werkzaamheden het systeem spanningsvrij en beveilig het tegen herinschakelen.
  3. Raak geen vrijliggende spanningsvoerende onderdelen of kabels aan.
  4. Draag bij alle werkzaamheden aan het product geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen.

GEVAAR

Levensgevaar door elektrische schokken bij het aanraken van spanning geleidende onderdelen door aansluiting van de massa van de batterij op de aardleiding-aansluitklemmen

Door de aansluiting van de batterij-aarding op de aardleiding-aansluitklemmen kunnen hoge spanningen op de behuizing van de omvormer staan. Aanraking van spanningvoerende onderdelen en kabels leidt tot levensgevaarlijk of dodelijk letsel als gevolg van elektrische schok.

  1. Op de aardleiding-aansluitklemmen van de omvormer mogen uitsluitend de aardleidingen van de AC-vermogenskabel worden aangesloten.
  2. Aard de thuisbatterij zoals beschreven in dit document.
  3. Wanneer de ter plaatse geldende normen en richtlijnen een aarding van de batterij voorschrijven, sluit de batterij-aarding dan aan op de potentiaalvereffeningsrail in de verdeler.

GEVAAR

Levensgevaar door elektrische schok bij overspanningen en ontbrekende overspanningsbeveiliging

Als een overspanningsbeveiliging ontbreekt, kunnen overspanningen (bijv. door blikseminslag) via de netwerkkabels of andere datakabels het gebouw in worden geleid en aan andere binnen hetzelfde netwerk aangesloten apparaten worden doorgeleid. Aanraking van spanningvoerende onderdelen en kabels leidt tot levensgevaarlijk of dodelijk letsel als gevolg van elektrische schok.

  1. Zorg ervoor dat alle apparaten van het netwerk en de batterij zijn geïntegreerd in de bestaande overspanningsbeveiliging.
  2. Waarborg bij de buiteninstallatie van netwerkkabels of andere datakabels, dat bij de overgang van de kabels van de omvormer of batterij naar het gebouw, een passende overspanningsbeveiliging aanwezig is.

GEVAAR

Levensgevaar door brand of explosie door ondeskundig gebruik van de batterijmodule

Bij ondeskundig gebruik van de batterijmodule kan de lithium in het binnenste van de batterijmodule ontbranden. Daardoor kan er brand ontstaan of een explosie worden geactiveerd. Dodelijk of levensgevaarlijk letsel door hete of rondvliegende onderdelen kunnen het gevolg zijn.

  1. Gebruik nooit een defecte of een beschadigde batterijmodule.
  2. De batterijmodule niet openen, doorboren of laten vallen.
  3. De batterijmodule niet in explosiegevaarlijke gebieden of in gebieden met een hoge luchtvochtigheid monteren en gebruiken.
  4. Stel de batterijmodule niet bloot aan hoge temperaturen.
  5. Gooi de batterijmodule niet in het vuur.
  6. De batterijmodule drogen en binnen het aangegeven temperatuurbereik bewaren.
  7. Wanneer er brand ontstaat in de batterij, onmiddellijk de brandweer bellen. Het blussen vormt vanwege giftige gassen, explosiegevaar en snelle verspreiding een hoog risico.
  8. Bij een brand in de omgeving van de batterij een ABC-blusser gebruiken.

GEVAAR

Levensgevaarlijke elektrische schok door het aanraken van spanningvoerende delen van de batterijmodule

Op de DC-aansluiting van iedere batterijmodule staat een hoge spanning. Door de montage van de DC-kabel in de batterijkast worden de DC-spanningen van de afzonderlijke batterijmodules opgeteld. Het aanraken van de DC-aansluitingen of de aangesloten DC-kabel leidt tot de dood of tot levensgevaarlijke verwondingen door een elektrische schok.

  1. Raak geen onder spanning staande onderdelen aan.
  2. Draag bij alle werkzaamheden geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen.
  3. Waarschuwingen op het product en in de documentatie in acht nemen.
  4. De geldende arbeidsveiligheidsvoorschriften ter plaatse volgen.

GEVAAR

Levensgevaar door elektrische schokken bij het aanraken van spanningvoerende delen bij onvoldoende of ontbrekende aarding

Bij ontoereikende of ontbrekende aarding kunnen in het geval van storingen hoge spanningen op de behuizing van de batterijkast aanwezig zijn. Aanraking van spanningvoerende onderdelen en kabels leidt tot levensgevaarlijk of dodelijk letsel als gevolg van elektrische schok.

  1. De batterijkast aarden.
  2. Bij de montage van het batterijbeheersysteem, het batterijbeheersysteem aarden.

WAARSCHUWING

Levensgevaar door vuur of ontploffing

In uitzonderlijke gevallen kan in geval van storing intern in de omvormer een ontvlambaar gasmengsel ontstaan. Door schakelhandelingen kan in deze toestand intern in de omvormer een brand ontstaan en in zeer uitzonderlijke gevallen een explosie worden veroorzaakt. Dit kan ernstig of dodelijk letsel door een zich verspreidende brand tot gevolg hebben.

  1. In geval van deze storing geen directe handelingen aan de omvormer uitvoeren.
  2. Zorg er bij deze storing voor dat onbevoegde personen geen toegang tot de omvormer hebben.
  3. Ontkoppel bij deze storing de PV-panelen via een externe scheidingsinrichting van de omvormer. Wanneer er geen afscheidingsapparaat beschikbaar is, wacht u totdat er geen DC-vermogen meer op de omvormer is aangesloten.
  4. Schakel bij deze storing de AC-leidingbeveiligingsschakelaar uit of, wanneer deze al is aangesproken, laat deze uitgeschakeld en beveilig deze tegen herinschakelen.

WAARSCHUWING

Gevaar voor lichamelijk letsel door giftige substanties, gassen en stof

In uitzonderlijke situaties kunnen door beschadigingen aan onderdelen, giftige substanties, gassen en stoffen in het binnenste van de omvormer of batterij ontstaan. Het aanraken van giftige substanties en het inademen van giftige gassen en stoffen kan huidirritatie, bijtwonden, ademhalingsmoeilijkheden en duizeligheid veroorzaken.

  1. De batterijmodule niet blootstellen aan ernstige schokken.
  2. De batterijmodule niet openen, demonteren of mechanisch bewerken.
  3. Werkzaamheden aan omvormer en batterij (bijv. zoeken naar fouten, reparatiewerkzaamheden) alleen met persoonlijke beschermingsmiddelen voor het omgaan met gevaarlijke stoffen (bijv. veiligheidshandschoenen, oog- en gelaatsbescherming en ademhalingsbescherming) uitvoeren.
  4. Zorg ervoor dat onbevoegde personen geen toegang tot het systeem hebben.
  5. Bij contact met een elektrolyt onmiddellijk de betreffende plekken met water afspoelen en onmiddellijk een arts raadplegen.

WAARSCHUWING

Levensgevaar door brand doordat draaimomenten bij stroomgeleidende schroefverbindingen niet worden aangehouden

Als de vereiste draaimomenten niet worden aangehouden, wordt het stroomvoerende vermogen van de stroomgeleidende schroefverbindingen verminderd en worden de overgangsweerstanden verhoogd. Daardoor kunnen onderdelen oververhit raken en ontbranden. Dit kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.

  1. Zorg ervoor dat stroomgeleidende schroefverbindingen altijd met de in dit document vermelde aandraaimomenten worden uitgevoerd.
  2. Gebruik bij alle werkzaamheden alleen geschikt gereedschap.
  3. Vermijd het opnieuw aandraaien van stroomgeleidende schroefverbindingen, omdat daardoor te hoge aandraaimomenten kunnen ontstaan.

WAARSCHUWING

Levensgevaar door verbrandingen bij vlambogen vanwege kortsluitstromen.

Kortsluitstromen van de batterij kunnen grote hitte en vlambogen veroorzaken. Hitte-ontwikkeling en vlambogen kunnen levensgevaarlijk letsel door verbranding veroorzaken.

  1. Voor alle werkzaamheden aan het batterijgeheugensysteem de omvormer en de batterij spanningsvrij schakelen.
  2. Voor alle werkzaamheden aan de batterij horloges, ringen en andere metalen objecten afdoen.
  3. Bij alle werkzaamheden aan de batterij een geïsoleerd gereedschap en geïsoleerde handschoenen gebruiken.
  4. Geen gereedschappen of metalen delen op de batterijmodule of het batterijbeheersysteem leggen.

WAARSCHUWING

Verwondingsgevaar door het gewicht van de batterijcomponenten

Door verkeerd tillen en omlaag vallende batterijcomponenten tijdens het transport of de montage kunnen er verwondingen ontstaan.

  1. De batterijcomponenten voorzichtig transporteren en tillen. Daarbij het gewicht van iedere afzonderlijke component in acht nemen.
  2. Batterijcomponenten alleen afzonderlijk transporteren.
  3. Bij alle werkzaamheden aan de batterij geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, minimaal veiligheidsschoenen met veiligheidszool en stalen neus.

WAARSCHUWING

Levensgevaar door elektrische schokken bij beschadiging van het meettoestel bij overspanning.

Een overspanning kan een meettoestel beschadigen en elektrische spanning op de behuizing van het meettoestel veroorzaken. Het aanraken van een onder spanning staande behuizing van het meettoestel leidt tot de dood of tot levensgevaarlijk letsel als gevolg van een elektrische schok.

  1. Gebruik alleen meettoestellen, waarvan het meetbereik voor de maximale AC- en DC-spanning van de omvormer geschikt is.
  2. Alleen meettoestellen gebruiken waarvan het meetbereik op de maximale DC-spanning van de batterij is afgestemd.

WAARSCHUWING

Levensgevaar door vuur of explosie bij diepontladen batterijen

Bij verkeerd opladen van diepontladen batterijen kan brand ontstaan. Dit kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.

  1. De batterij binnen de voorgeschreven termijnen in gebruik nemen.
  2. Wanneer de batterij niet binnen de voorgeschreven termijnen in gebruik kan worden genomen, een aanvraag doen om het opslagniveau van de batterij te herstellen.
  3. Waarborg voor de inbedrijfstelling van het systeem, dat de batterij niet diepontladen is.
  4. Stel het systeem niet in bedrijf, wanneer de batterij diepontladen is.
  5. Neem wanneer de batterij diepontladen is contact met de technische service.

VOORZICHTIG

Gevaar voor lichamelijk letsel door het gewicht van de omvormer

Door verkeerd tillen en door het naar beneden vallen van de omvormer tijdens het transport of de montage kan lichamelijk letsel ontstaan.

  1. Transporteer en til de omvormer voorzichtig. Houd daarbij rekening met het gewicht van de omvormer.
  2. Draag bij alle werkzaamheden aan het product geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen.
  3. Transporteer de omvormer met behulp van de draaggrepen of een hijswerktuig. Houd daarbij rekening met het gewicht van de omvormer.
  4. Gebruik bij transporteren met de draaggrepen altijd alle meegeleverde draaggrepen.
  5. Gebruik de draaggrepen niet voor het bevestigen van hijswerktuig (bijv. banden, touwen, kettingen). Om hijswerktuig te bevestigen moeten oogbouten in de hiervoor bedoelde schroefdraad op de bovenkant van de omvormer worden gedraaid.

VOORZICHTIG

Gevaar voor brandwonden door hete behuizingsdelen van de omvormer

Onderdelen van de behuizing van de omvormer kunnen tijdens gebruik heet worden. Het aanraken van hete onderdelen kan brandwonden veroorzaken.

  1. Raak tijdens bedrijf uitsluitend de behuizingsdeksel van de omvormer aan.
  2. Wacht met aanraking van de behuizing totdat de omvormer is afgekoeld.

VOORZICHTIG

Verbrandingsgevaar door hete batterijmodule

De batterijmodule in de batterijkast kan tijdens het gebruik heet worden. Het aanraken van de hete batterijmodule kan tot verbrandingen leiden.

  1. Tijdens de werking de batterijkast altijd gesloten houden.
  2. Voor het openen van de batterijkast wachten totdat de batterijmodules zijn afgekoeld.

VOORZICHTIG

Gevaar voor letsel door scherpe randen

De batterijcomponenten hebben scherpe randen. Het aanraken van scherpe randen kan tot letsel leiden.

  1. Draag veiligheidshandschoenen bij de montage en demontage van de batterij.

LET OP

Beschadiging van de afdichting van de behuizing bij vorst

Als u de omvormer bij vorst opent, kan de afdichting van de behuizing beschadigd raken. Daardoor kan vocht in de omvormer binnendringen en de omvormer beschadigen.

  1. Open de omvormer alleen als de omgevingstemperatuur niet onder -5 °C komt.
  2. Als de omvormer bij vorst moet worden geopend, moet voor het openen van de omvormer eerst het ijs van de behuizingsafdichting worden verwijderd (bijv. door het met warme lucht te ontdooien).

LET OP

Beschadiging van het systeem door zand, stof en vocht

Door het binnendringen van zand, stof en vocht kunnen de producten van het systeem beschadigd raken en kan de functionaliteit worden belemmerd.

  1. Open de omvormer en batterijkast alleen wanneer de luchtvochtigheid binnen de grenswaarden ligt en de omgeving vrij is van zand en stof.
  2. Open de omvormer en batterijkast niet tijdens een zandstorm of neerslag.
  3. Sluit bij onderbreking en na beëindigen van de werkzaamheden de omvormer en batterijkast.

LET OP

Beschadiging van het product door reinigingsmiddel

Door het gebruik van reinigingsmiddelen kunnen het product en delen van het product beschadigd raken.

  1. De omvormer en alle onderdelen van de omvormer uitsluitend met een met helder water bevochtigde doek reinigen.
  2. Alle batterijcomponenten uitsluitend met een droge doek reinigen.

LET OP

Beschadiging van de omvormer door elektrostatische ontlading

Door het aanraken van elektronische onderdelen kan de omvormer via elektrostatische ontlading (onherstelbaar) worden beschadigd.

  1. Zorg dat u geaard bent voordat u een onderdeel aanraakt.

LET OP

Beschadiging van de omvormer door schakelhandelingen op de transformator

Wanneer in de omvormer spanningen actief zijn, kunnen schakelhandelingen op de transformator groter variaties van de spanning in de omvormer veroorzaken. Door grote variaties van de spanning kunnen onderdelen in de omvormer beschadigd raken.

  1. Voor schakelhandelingen op de transformator de omvormer vrijschakelen.

LET OP

Beschadiging van modules door stoten tegen testpennen

Bij het meten van spanningen in de omvormer moeten testpennen aan meetpunten in modules worden geplaatst. Door het gebruik van testpennen kunnen de modules beschadigd raken.

  1. De testpennen uitsluitend op de in dit document vermelde meetpunten gebruiken. Andere bereiken (bijv. bouwelementen) mogen daarbij niet worden aangeraakt.
  2. De testpennen in de omvormer altijd langzaam en voorzichtig bewegen.

LET OP

Beschadiging van de batterij door onjuiste montage of verkeerde aansluiting

Het batterijbeheersysteem en de batterijmodule kunnen door een onjuiste montage of door een verkeerde elektrische aansluiting worden beschadigd.

  1. Het batterijbeheersysteem en de batterijmodule uitsluitend overeenkomstig de gegevens van de handleiding monteren.
  2. Alle elektrische aansluitingen op het batterijbeheersysteem en de batterijmodules overeenkomstig de gegevens van deze handleiding uitvoeren.

LET OP

Beschadiging van de batterij door kortsluiting

Door een verkeerde aansluiting van de DC-kabels kan er kortsluiting ontstaan. Hoge stromen door kortsluiting leiden tot beschadiging van de batterijmodule of het batterijbeheersysteem.

  1. De mechanische stekkercodering van de meegeleverde DC-kabel in acht nemen. Bij het aansluiten van de DC-kabel geen kracht gebruiken.
  2. Rode DC-kabel altijd verbinden met de rode DC-aansluitingen.
  3. Zwarte DC-kabel altijd verbinden met de zwarte DC-aansluitingen.
  4. Sluit altijd eerst de DC-kabels tussen batterijmanagementsysteem en batterijmodules aan.
  5. Beschadigde batterijmodules altijd per direct vervangen.

LET OP

Beschadiging door vocht of corrosieve substanties

Door het binnendringen van vocht of corrosieve substanties kan het product worden beschadigd en de werking worden beperkt.

  1. De batterijmodule niet blootstellen aan regen en niet in vloeistoffen dompelen.
  2. Batterijcellen niet blootstellen aan corrosieve substanties (bijv. ammoniak, zout).

LET OP

Materiële schade door onbevoegde toegang tot de installatie

Door een onbevoegde toegang tot de installatie door een vrij beschikbare schakelkastsleutel, kunnen parameters verkeerd worden ingesteld. Bij verkeerd ingestelde parameters worden technische grenswaarden overschreden. Het overschrijden van technische grenswaarden kan tot beschadiging van de betroffen producten leiden.

  1. De schakelkastsleutel uit de deursloten verwijderen.
  2. De schakelkastsleutel op een veilige plaats bewaren.
  3. Ervoor zorgen dat alleen vakmannen toegang tot de schakelkastsleutel hebben.

LET OP

Beschadiging van het display op het batterijbeheersysteem

Door een ondeskundige bediening kan het display op het batterijbeheer worden beschadigd.

  1. Om het display te activeren of te bevestigen, alleen met de vingers op de gemarkeerde vlakken naast het display tikken.
  2. Niet rechtstreeks op het display tikken.
  3. Geen voorwerpen om te tikken gebruiken.
    Reglementair gebruik
    Leveringsomvang