Verklaring gebruikte begrippen
Term | Toelichting |
---|---|
Batterij | Een batterij in de zin van dit document bestaat uit minstens 1 batterijkast met 1 batterijmanagementsysteem en meerdere batterijmodules. Afhankelijk van de systeemopbouw kunnen tot 4 batterijkasten naar een batterij worden geschakeld. |
Batterijmanagementsysteem (BMS) | Centrale verwerkingseenheid van de batterijkast (Accelerated Processing Unit, APU) |
Dynamic Battery Optimizer | De module Dynamic Battery Optimizer (DPO) is onderdeel van het batterijmanagementsysteem. De DPO-module stuurt het laden en ontladen van de batterijcellen. |
Laadtoestand | De laadtoestand (SoC – State of Charge) geeft aan met hoeveel procent de batterij is opgeladen. Een laadtoestand van 100% komt overeen met een volle batterij. Het batterijmanagementsysteem is in staat om aan de hand van parameters de laadtoestand van een cel of een batterijmodule te bepalen en zo nodig het laden te stoppen. Zo wordt voorkomen dat wordt geladen als de batterij vol is. Om de cellen niet onnodig te belasten, beschikt de software over dezelfde functie bij het ontladen. Er worden grenstoestanden voor de batterij vastgelegd, waarbij het systeem en laden en ontladen stopt. |
Verouderingstoestand | De verouderingstoestand (SoH – State of Health) geeft aan hoe gezond een batterijcel is. Door de nauwkeurige bewaking is het met het batterijmanagementsysteem mogelijk om vermogensverschillen op celniveau vast te stellen en zo beschadigde of defecte cellen te herkennen. Afhankelijk van de ernst van de fout kan een scheiding tussen batterijmanagementsysteem en de batterij-omvormer of een uitschakeling van de batterij het gevolg zijn. |
Compensatieregeling (Balancing) | De compensatieregeling is een functie van het batterijmanagementsysteem. Deze functie zorgt voor een gelijkmatige elektrische ladingsverdeling van alle batterijcellen in een batterijmodule, alle batterijmodules in een batterijkast en alle batterijkasten in een batterij. |