Omvormer spanningsvrij schakelen
Vakman
Voordat er werkzaamheden aan het product verricht mogen worden, moet deze altijd op de in dit hoofdstuk beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld. Houd daarbij altijd de aangegeven volgorde aan.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schokken bij beschadiging van het meettoestel bij overspanning.
Een overspanning kan een meettoestel beschadigen en elektrische spanning op de behuizing van het meettoestel veroorzaken. Het aanraken van een onder spanning staande behuizing van het meettoestel leidt tot de dood of tot levensgevaarlijk letsel als gevolg van een elektrische schok.
- Gebruik alleen meettoestellen, waarvan het meetbereik voor de maximale AC- en DC-spanning van de omvormer geschikt is.
- Alleen meettoestellen gebruiken waarvan het meetbereik op de maximale DC-spanning van de batterij is afgestemd.
LET OP
Beschadiging van de omvormer door schakelhandelingen op de transformator
Wanneer in de omvormer spanningen actief zijn, kunnen schakelhandelingen op de transformator groter variaties van de spanning in de omvormer veroorzaken. Door grote variaties van de spanning kunnen onderdelen in de omvormer beschadigd raken.
- Voor schakelhandelingen op de transformator de omvormer vrijschakelen.
Werkwijze:
- Het AC-uitgangsvermogen van de omvormer tot 0 W reduceren. Hiervoor de omvormer stoppen.
- Schakel de AC-leidingbeveiligingsschakelaar uit en beveilig hem tegen herinschakelen.
- Optie: de transformator uitschakelen.
- DC-aansluiting van de omvormer via de lastscheider van de batterij of de externe DC-schakelaar vrijschakelen en tegen herinschakelen beveiligen.
- Wacht 5 minuten.
- Wacht tot de leds uit zijn.
- Controleer met een ampèremeettang of alle DC-kabels stroomvrij zijn. Daardoor kan een mogelijke aardlekstroom worden geconstateerd.
- Verwijder de afdekkap van het behuizingsdeksel.
- De schroef op het behuizingsdeksel losdraaien (inbus, SW8) en het deksel wegnemen.
- Afdekkap, schroef en behuizingsdeksel wegleggen en zorgvuldig bewaren.
- Spanningsvrije toestand aan de DC-spanningsmeetpunten van de voorlaadmodule vaststellen: tussen BAT+ en BAT-, BAT+ en DST- alsook BAT- en DST-.
- Spanningsvrije toestand aan de AC-klemmenstrook met een geschikt meettoestel vaststellen: tussen L1 en PE, L2 en PE, L3 en PE, L1 en N, L2 en N, L3 en N alsook tussen N en PE. Steek de sonde daarvoor (diameter: maximaal 2,5 mm) in de meetpunten van de betreffende klemmenstrook.





Zie hiervoor ook: