Instelling van de veilige toestand


De veilige toestand van het systeem is altijd op Disconnected ingesteld.

In deze toestand zijn beide contactors geopend en de batterij is niet met een omvormer of een verbruiker verbonden. Deze configuratie waarborgt dat geen lading of ontlading kunnen plaatsvinden en dat de batterij van elke externe elektrische belasting is gescheiden.

In deze toestand wordt een continue bewaking van de contactors en feedbackcontacten uitgevoerd. Als een contactorfout wordt herkend, blijft het systeem in een toestand ERROR en kan niet worden ingeschakeld.