Instellingsopties voor de functie multi-use


Instellingsoptie

Toelichting

Grenswaarde voor piekbelastingreductie

Grenswaarde voor de netafname, vanaf welke de batterij moet worden gebruikt om piekbelasting te reduceren.

Alleen wanneer deze grenswaarde op het netaansluitpunt wordt overschreden, wordt de batterij ontladen.

Er kunnen alleen gehele getallen worden ingevoerd.

Grenswaarde voor omschakelen van de bedrijfsmodi (Multi Use): laadtoestand van de batterij

Tussen de maximale laadtoestand van de batterij en de Grenswaarde voor omschakelen van de bedrijfsmodi wordt de batterij uitsluitend voor de optimalisering van het eigen verbruik gebruikt. Tussen de Grenswaarde voor omschakelen van de bedrijfsmodi en de minimale laadtoestand van de batterij dient de batterij alleen voor de piekbelastingsreductie

Batterijlaadgrens

De Laadtoestand van de batterij stuurt het laadgedrag van de omvormer afhankelijk van de Grenswaarde voor omschakelen van de bedrijfsmodi.

Als de Laadtoestand van de batterij en de Grenswaarde voor omschakelen van de bedrijfsmodi op dezelfde waarde zijn vastgelegd, vindt het naladen van de batterij plaats met energie uit de zonnestroominstallatie en uit het openbaar stroomnet.

Als bijv. de Laadtoestand van de batterij op 50 % en de Grenswaarde voor omschakelen van de bedrijfsmodi op 59 % wordt ingesteld, vindt bij een laadtoestand tussen 50 % en 59 % het naladen van de batterij alleen plaats met energie uit de zonnestroominstallatie. Onder de laadtoestand van 50 % wordt bovendien het openbaar stroomnet gebruikt voor het naladen van de batterij.

Afrekeningsinterval in tarief

Interval voor de afrekening van de vermogensprijzen:

Als het tarief van uw energieleverancier geen interval voor de afrekening van de vermogensprijzen vastlegt of als het interval voor de afrekening van de vermogensprijzen niet bekend is, selecteert u de optie Niet bekend.

Aanpassing

Als geen waarde voor het Gemiddelde-interval in tarief is opgegeven, is steeds de optie Directe aanpassing actief. In dat geval vindt de regeling van de piekbelastingsreductie plaats volgens de momentane waarde van de netafname op het netaansluitpunt.

Als een waarde voor het Gemiddelde-interval in tarief is opgegeven, kan de optie Gemiddelde-interval worden geselecteerd. In dat geval vindt de regeling van de piekbelastingsreductie plaats volgens de gemiddelde waarde van de netafname op het netaansluitpunt. Als een te hoge piekbelasting niet kan worden gereduceerd, kan de daardoor veroorzaakte overbelasting op een ander tijdstip in het gemiddelde-interval worden gecompenseerd. Daarbij kan het voorkomen dat de omvormer de netafname nog verder reduceert dan is vastgelegd door de grenswaarde voor de piekbelastingsreductie.

Automatische grenswaarde-aanpassing

Alleen indien er een waarde voor het Gemiddelde-interval in tarief is opgegeven, kan de functie Autom. grenswaarde-aanpassing worden gebruikt.

Als de optie Grenswaarde adaptief verhogen is geactiveerd en de grenswaarde voor de piekbelastingsreductie ondanks de aanpassing via het gemiddelde-interval niet kon worden aangehouden, wordt de grenswaarde automatisch verhoogd. De overschrijding van de oorspronkelijke grenswaarde legt de maat voor de adaptieve verhoging vast.

Optioneel kan de grenswaarde voor de piekbelastingsreductie aan het einde van de afrekeningsperiode weer op de oorspronkelijk ingevoerde waarde worden gereset.

Acculading

De parameter Laadtoestand van de batterij is een nalaadgrenswaarde en stuurt het laadgedrag van de omvormer.

Als de Laadtoestand van de batterij en de Grenswaarde voor omschakelen van de bedrijfsmodi op dezelfde waarde zijn vastgelegd, vindt het naladen van de batterij plaats met energie uit de zonnestroominstallatie en uit het openbaar stroomnet.

Als er verschillende waarden worden ingesteld, is het naladen van de batterij onderworpen aan een algoritme: als de batterij wordt ontladen (uitgaande van een hogere laadtoestand) of geladen (uitgaande van een lagere laadtoestand) onderscheidt dit algoritme of de batterij alleen uit de zonnestroominstallatie of uit de zonnestroominstallatie en het openbaar stroomnet wordt geladen:

  • Als bijv. de Laadtoestand van de batterij op 59 % en de Grenswaarde voor omschakelen van de bedrijfsmodi op 50 % is ingesteld en de batterij uitgaande van een hogere laadtoestand werd ontladen, wordt alleen energie uit de zonnestroominstallatie gebruikt voor het naladen van de batterij.

  • Als bijv. de Laadtoestand van de batterij op 59 % en de Grenswaarde voor omschakelen van de bedrijfsmodi op 50 % is ingesteld en de batterij uitgaande van een lagere laadtoestand werd geladen, wordt de batterij geladen uit de zonnestroominstallatie en uit het openbaar stroomnet.

    Zie hiervoor ook: