Aansluitbereik van het batterijmanagementsysteem

A

BATTERIJ -: DC-aansluiting van de batterij voor de minpool (zwart)

B

BATTERIJ -: DC-aansluiting van de batterij voor de pluspool (rood)

C

APU Fuse (F1): zekeringelement voor bescherming van het batterijmanagementsysteem

Bij een defecte zekering is bedrijf niet mogelijk.

D

DISPLAY: weergave voor informatie, waarschuwingen en fouten

E

SWITCH: aan-uitvergrendelknop van het batterijmanagementsysteem

F

MARKERING: markering voor activering van het display en wisselen van de weergave door tikken (bijv. voor het oproepen van het IP-adres van het batterijmanagementsysteem)

G

EXT SWITCH: aansluiting van de externe schakelaar op de schakelkastdeur van de batterijkast

H

E-STOP: 4-polige stekker voor de optionele aansluiting van een uit-schakelaar voor snelle uitschakeling (in de fabrieksinstelling reeds voorgemonteerd met brug)

I

TERM: schuifregelaar voor het instellen van het adres op het batterijmanagementsysteem (alleen voor systemen met meer dan 1 batterijkast)

J

CAN IN: ingang voor communicatie tussen de primaire en de secundaire batterijkasten (alleen voor systemen met meer dan 1 batterijkast)

K

CAN OUT: ingang voor communicatie tussen de primaire en de secundaire batterijkasten (alleen voor systemen met meer dan 1 batterijkast)

L

CAN SMA: wordt niet gebruikt

M

LAN: Modbus-TCP/IP-overdracht voor de communicatie tussen batterij en omvormer

N

ADDRESS: 2 draai-drukknoppen voor het instellen van het adres op het batterijmanagementsysteem (alleen voor systemen met meer dan 1 batterijkast)

O

BAT COM: communicatieverbinding met de eerste batterijmodule, 6-polig

P

CHARGER +: DC-aansluiting van de omvormer of DC-verdeler voor de pluspool (rood)

Q

CHARGER -: DC-aansluiting van de omvormer of DC-verdeler voor de minpool (zwart)

R

GROUND: aardingsaansluiting (tapbout M6 aan de achterzijde van het apparaat)