Sturing van de ventilatoren op basis van de laadtoestand van de batterijmodules
De laadtoestanden van alle batterijmodules in een batterijkast moeten indien mogelijk steeds op hetzelfde niveau zijn. Als de laadtoestanden van afzonderlijke batterijmodules niet even hoog zijn, moeten de laadtoestanden worden aangepast. Daarvoor worden batterijmodules met een hogere laadtoestand ontladen tot de laadtoestanden van alle batterijmodules weer op hetzelfde niveau zijn.
Voor het ontladen van de batterijmodules worden ventilatoren van de batterijmodules gestart en weer gestopt.
Zie hiervoor ook: