Openbaar stroomnet aansluiten
Vakman
AC-kabelvoorschriften:
Buitendiameter: 18 mm tot 25 mm
Leidingdoorsnede: 6 mm² (soepel/star) of 10 mm² (soepel/star)
Striplengte: 12 mm
Ontmantellengte: 20 cm
De kabel moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften voor kabelafmetingen, waaruit specifieke eisen aan de minimale leidingdoorsnede kunnen voortvloeien. Grootheden die invloed hebben op de kabelafmetingen zijn o.a. de nominale AC-stroom, het soort kabel, de legwijze, de mate van opeenhoping, de omgevingstemperatuur en de beoogde maximale kabelverliezen.
Aardlekbewaking:
Het laadstation is voorzien van een aardlekbeveiliging van het type A, die een nominale aardlekstroom van 30 mA heeft. Ook een DC-aardlekbeveiliging met 6 mA is al in het laadstation geïntegreerd. Elk laadstation in de installatie moet via de eigen aardlekbeveiliging en leidingbeveiligingsschakelaar op het openbaar stroomnet worden aangesloten ( > Fasen en faseverhouding instellen).
Procedure voor maximaal laadvermogen van 22 kW:
- Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit.
- Strip de mantel van de AC-kabel over 20 mm.
- Strip de aders over een lengte van 10 mm tot 12 mm.
- Steek de AC-kabel door de kabelschroefverbinding in het product. Draai daarvoor de wartelmoer (M32) los.
- Sluit de leidingen N, L1, L2, L3 conform het opschrift aan op de rechter aardlekbeveiliging (PZ2, koppel: 2,5 tot 3 Nm).
- Sluit de aardleiding conform het opschrift op de klemmenstrook aan.
- Zorg ervoor dat alle leidingen correct zijn aangesloten .
- Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding aandraaien.
Procedure voor maximaal laadvermogen van 2 x 22 kW:
- Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit.
- Strip de mantel van de AC-kabel over 20 mm.
- Strip de aders over een lengte van 10 mm tot 12 mm.
- Maak de kamrail uit de twee aardlekbeveiligingen los (PZ2) en neem hem eruit.
- Sluit de meegeleverde kamrail voor eigen stroomvoorziening op de rechter aardlekbeveiliging aan.
- Leid de twee AC-kabels door de kabelschroefverbindingen in het product. Draai daarbij de twee wartelmoeren (M32) los.
- Sluit de leidingen N, L1, L2, L3 conform het opschrift aan op de desbetreffende aardlekbeveiligingen (PZ2, koppel: 2,5 tot 3 Nm).
- Sluit de desbetreffende aardleiding conform het opschrift op de klemmenstrook aan.
- Zorg ervoor dat alle leidingen correct zijn aangesloten .
- Draai de twee wartelmoeren van de kabelschroefverbindingen handvast.
