Vermogensregeling met externe energiemeter instellen


Voor de externe meting kunnen de volgende energiemeters via Modbus TCP worden gebruikt:

Fabrikant

Model

Aanwijzingen

SMA

SMA COM-EMETER-A-20 / SMA COM-EMETER-B-20

TQ EM300-LR / EM410 of EM420 selecteren

Janitza

UMG 512/96 PRO

Poort 502

Janitza

UMG 604 PRO

Poort 502, vanaf firmware 5.32, Modbus TCP kan ook voor EDMM-10 worden gebruikt

Janitza

UMG 605 PRO

Poort 502

Phoenix Contact

EEM-MB371/MB370

Poort 502

Siemens

7KM2200

Poort 502, Modbus TCP kan ook voor EDMM-10 worden gebruikt

TQ

EM300-LR

Poort 502

TQ

EM410 / EM420

Poort 502

Voorwaarden:

  • De gebruikersinterface moet geopend zijn en u moet aangemeld zijn.

Werkwijze:

  1. Selecteer in de navigatiesectie [Lastmanagement].
  2. Selecteer onder [Dynamisch lastmanagement] > Dynamisch lastmanagement - DLM-master/slave de waarde [DLM-master (met interne DLM-slave)].
    Aanwijzing: het bovengeschikte toestel (DLM Master) mag slechts eenmaal worden geconfigureerd. Alle andere laadstations moeten als ondergeschikt toestel (DLM-Slave) worden geconfigureerd Ondergeschikt toestel (Slave) voor het lastmanagement instellen).
  3. Selecteer onder Ondersteuning voor externe meter [Aan].
  4. Stel de beschikbare stroom op de gebouwaansluiting onder Hoofddistributielimiet (L1/L2/L3) [A] in.
  5. Stel de veiligheidsafstand tot de maximale waarde onder Veiligheidsmarge bij externe last (L1/L2/L3) [A] in.
  6. Stel de aangenomen last in geval van storing in onder Externe last fallback (L1/L2/L3) [A] in. Als de waarde 9999 wordt ingevoerd, worden alle laadpunten in geval van storing uitgeschakeld.
  7. Stel het type dynamisch lastmanagement onder Topologie van de externe energiemeter in.
  8. Selecteer onder Meter configuratie (secundaire meter) de energiemeter voor de externe meting.
  9. Stel onder IP-adres van de secundaire meter het IP-adres van de energiemeter in.
  10. Stel onder Poortnummer van de secundaire meter het poortnummer in.
  11. Kies [Opslaan] en [Herstart] om de wijzigingen op te slaan.
  12. Onder [Disgnostiek] > [Energiemanager] > [Secundaire meter] kan de externe energiemeter worden gecontroleerd.