Voeding van de noodstroomverbruiker in parallel netwerkbedrijf
In parallel netwerkbedrijf kunnen de noodstroomverbruikers uit het openbaar stroomnet worden gevoed, zolang de stroomsterkte en de spanning van de stroomcircuits van de noodstroomverbruikers binnen het toegestane bereik liggen.
Indien de stroomsterkte groter wordt dan 20 A, wordt in elk geval een Smart Connected-melding verzonden. Bij een stroomsterkte boven 22 A wordt na een van de hoogte van de stroomsterkte afhankelijk e inschakeltijd de $ tussen de noodstroomverbruiker en het openbaar stroomnet geopend. Aansluitend wordt de contactor automatisch gecontroleerd. Wanneer de controle succesvol is, wordt de contactor weer gesloten en de noodstroomverbruikers kunnen verder via het openbaar stroomnet worden gevoed.

Gedrag van de contactor tussen AC-noodstroomaansluiting en aansluiting op het openbaar stroomnet bij verhoogde stroomsterkte
Wanneer de spanning van de stroomcircuit van de noodstroomverbruikers niet in het toegelaten bereik tussen 170 V en 277 V ligt, opent de contactor. Om de contactor weer te sluiten, moet de spanning gedurende minimaal 20 s binnen het toegelaten bereik liggen.

Gedrag van de contactor tussen AC-noodstroomaansluiting en aansluiting op het openbaar stroomnet bij te hoge of te lage spanning