Noodstroomsysteem configureren
Standaard is het noodstroombedrijf uitgeschakeld. Om aangesloten noodstroomverbruikers bij een stroomuitval te voeden, moet het noodstroombedrijf worden ingeschakeld. Bovendien kan worden ingesteld, welk procentueel aandeel van de lading van de batterij voor het noodstroombedrijf bewaard moet worden.
Het principe voor het wijzigen van bedrijfsparameters wordt in een ander hoofdstuk beschreven ( > Bedrijfsparameters wijzigen).
Werkwijze:
- In de parametergroep Apparaat > Bedrijf de parameter Bedrijfsmodus noodstroomsysteem kiezen en op Automatisch instellen, zodat het noodstroombedrijf bij een stroomuitval automatisch wordt geactiveerd.
- In de parametergroep Batterij > Gebruiksbereiken de parameter Minimale breedte reservestroombereik instellen. De waarde geeft aan, welk procentueel aandeel van de lading van de batterij voor het noodstroombedrijf bewaard moet worden. Deze lading van de batterij kan in parallel netwerkbedrijf niet worden gebruikt. SMA Solar Technology AG adviseert, een waarde in te stellen tussen 10 en 30.