Noodstroomverbruiker aansluiten


Vakman

Op de omvormer kunnen noodstroomverbruikers, die bij een stroomuitval uit de batterij worden gevoed, worden aangesloten.

GEVAAR

Levensgevaar door elektrische schok bij aanraken van installatiedelen welke onder spanning staan tijdens noodstroombedrijf

Ook wanneer de AC-installatieautomaat en de DC-lastscheider van de omvormer afgevallen zijn, kunnen vanwege het noodstroombedrijf nog onderdelen van de installatie onder spanning staan, wanneer de batterij is ingeschakeld.

  1. Voordat er werkzaamheden aan de omvormer verricht worden, moet deze altijd op de in dit document beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld.
  2. Waarborg, dat de aardleidingen van de stroomcircuits van de noodstroomverbruikers met de potentiaalvereffeningsrail van de huisaansluiting zijn verbonden.

Werkwijze:

  1. Schakel de AC-installatieautomaat en de noodstroom-installatieautomaat van alle 3 de fasedraden uit en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen.
  2. 9504377356
  3. Aanwijzing noodstroombedrijf van de omvormer op de verdeler aanbrengen.
  4. 9340884492
  5. Zorg ervoor dat de DC-lastscheiders is uitgeschakeld en tegen herinschakelen beveiligd is.
  6. Waarborg, dat de batterij is uitgeschakeld.
  7. De AC-stekker voor de aansluiting van de noodstroomverbruiker van opschrift voorzien, om later verwisselen met de AC-stekker voor de aansluiting van het openbaar stroomnet te verhinderen.
  8. 9340499340
  9. De wartelmoer van de AC-stekker afschroeven en de aansluitklem uit de AC-stekker verwijderen.
  10. 9340499724
  11. Bij een kabeldiameter ≥ 19 mm de interne afdichtingsring uit de AC-stekker verwijderen.
  12. 9340500108
  13. De AC-kabel door de wartelmoer en stekkerbehuizing leiden.
  14. Strip de AC-kabel (80 mm tot 90 mm).
  15. L1, L2, L3, N en PE strippen (12 mm).
  16. 9340500492
  17. De aders L1, L2, L3, N en PE conform het opschrift in de aansluitklem plaatsen en de schroeven van de aansluitklem vastdraaien (PH2, koppel: 1,5 Nm).
  18. Waarborg, dat de aders correct zijn toegekend en vast in de aansluitklem zitten.
  19. 9340500876
  20. De aansluitklem in de stekkerbehuizing steken. De aansluitklem moet hoorbaar vastklikken.
  21. 9340501260
  22. De wartelmoer op de stekkerbehuizing vastdraaien.
  23. 9340872460
  24. Verwijder de beschermkap van de bus AC-BACKUP.
  25. 9340880268
  26. De AC-stekker in de bus AC-BACKUP steken. De AC-stekker moet hoorbaar vastklikken.
  27. 9340502412
  28. De borgklem van links op de lip van de AC-stekker schuiven en vastschroeven (PH1, koppel: 0,5 Nm).
  29. Waarborg, dat de aardleidingen van de stroomcircuits van de noodstroomverbruikers met de potentiaalvereffeningsrail van de huisaansluiting zijn verbonden. Anders kunnen de noodstroomverbruikers niet worden gevoed.