Voorwaarden voor de DC-aansluiting
Aansluitmogelijkheden:
De omvormer heeft 2 DC-ingangen. Bij STP5.0-3SE-40 / STP6.0-3SE-40 / STP8.0-3SE-40 kan 1 string op de DC-ingang A en 1 string op de DC-ingang B worden aangesloten. Bij STP10.0-3SE-40 kan 1 string op de DC-ingang A en 2 strings kunnen op de DC-ingang B worden aangesloten.

Overzicht aansluitingen bij STP5.0-3SE-40 / STP6.0-3SE-40 / STP8.0-3SE-40

Overzicht aansluitingen bij STP10.0-3SE-40
Eisen aan de PV-panelen per ingang:
-
Alle PV-panelen moeten van hetzelfde type zijn.
-
Alle PV-panelen moeten dezelfde oriëntatie en helling hebben.
Op de volgens de statistieken koudste dag mag de nullastspanning van het PV-paneel nooit groter zijn dan de maximale ingangsspanning van de omvormer.
-
Op alle strings moet een gelijk aantal serieel geschakelde PV-panelen zijn aangesloten.
De maximale kortsluitstroom van een string mag niet hoger zijn dan de maximale kortsluitstroom van de omvormer ( > Technische gegevens).
De grenswaarden voor de ingangsspanning van de omvormer moeten worden aangehouden ( > Technische gegevens).
Het maximale effectieve ingangsvermogen mag niet worden overschreden ( > Technische gegevens). Het vermogen, dat de gespecificeerde waarde overschrijdt, kan niet worden gebruikt.
-
De positieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de positieve DC-connectoren ( > DC-connectoren confectioneren).
-
De negatieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de negatieve DC-connectoren ( > DC-connectoren confectioneren).

Gebruik van Y-adapters voor parallelschakeling van strings
De Y-adapters mogen niet worden gebruikt om de DC-stroomkring te onderbreken.
- De Y-adapters mogen niet in de directe nabijheid van de omvormer zichtbaar of vrij toegankelijk zijn.
- Als u de DC-stroomkring wilt onderbreken, schakel dan de omvormer altijd spanningsvrij, zoals beschreven in dit document ( > Omvormer spanningsvrij schakelen).