Voorwaarden voor de AC-aansluiting


AC-kabelvoorschriften:

  • Geleidingstype: aluminium en koperdraad

  • Buitendiameter: 35 mm tot 48 mm / 26 mm tot 39 mm

  • Doorsnede aardleiding: 25 mm² tot 120 mm²

  • Leidingdoorsnede fasedraad en nulleider: 35 mm² tot 120 mm²

  • Striplengte: 30 mm

  • Ontmantellengte: 290 mm

  • De kabel moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften voor kabelafmetingen, waaruit specifieke eisen aan de minimale leidingdoorsnede kunnen voortvloeien. Grootheden die invloed hebben op de kabelafmetingen zijn o.a. de nominale AC-stroom, het soort kabel, de installatiewijze, de mate van opeenhoping, de omgevingstemperatuur en de beoogde maximale kabelverliezen (zie voor het berekenen van de kabelverliezen de configuratiesoftware "Sunny Design" vanaf versie 2.0 op www.SMA-Solar.com).

Overzicht van de benodigde lengte van de leidingen binnen de AC-Connection Unit

5986529420

Binnenaanzicht van de AC-Connection Unit met afmetingen voor de leidingen (afmetingen in mm)

Lastscheider en leidingbeveiliging:

LET OP

Beschadiging van de omvormer door gebruik van schroefzekeringen als lastscheider

Schroefzekeringen (bijv. DIAZED-zekering of NEOZED-zekering) zijn geen lastscheiders.

  1. Gebruik geen schroefzekeringen als lastscheider.
  2. Gebruik een lastscheider of leidingbeveiligingsschakelaar als lastscheidingseenheid (zie de technische informatie "Leidingbeveiligingsschakelaar" op www.SMA-Solar.com voor informatie over en voorbeelden van de configuratie).
  • Bij installaties met meerdere omvormers moet elke omvormer met een eigen driefasige leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. Daarbij moet rekening worden gehouden met de maximaal toegestane zekering Technische gegevens). Hierdoor voorkomt u dat er na het loskoppelen restspanning op de betreffende kabel staat.

  • Verbruikers die tussen de omvormer en de leidingbeveiligingsschakelaar worden geïnstalleerd, moeten afzonderlijk worden beveiligd.

Aardlekbewaking:

De omvormer heeft geen externe aardlekbeveiliging nodig. Wanneer de plaatselijke voorschriften een aardlekbeveiliging vereisen, moet op het volgende worden gelet:

  • De omvormer is compatibel met aardlekbeveiligingen van het type B, die een nominale aardlekstroom van 300 mA of hoger hebben (informatie over de keuze van een aardlekbeveiliging zie de technische informatie "Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging" onder www.SMA-Solar.com). Elke omvormer in de installatie moet via een eigen aardlekbeveiliging op het openbaar stroomnet worden aangesloten.

  • Bij toepassing van aardlekbeveiligingen met een nominale aardlekstroom < 500 mA moet de nominale aardlekstroom in de omvormer worden ingesteld Nominale aardlekstroom van de aardlekbeveiliging instellen). Daardoor reduceert de omvormer de bedrijfsafhankelijke afleidstromen en voorkomt het foutief activeren van de aardlekbeveiliging.

Overspanningscategorie:

Het product kan in netwerken van overspanningscategorie III of lager conform IEC 60664-1 worden gebruikt. Dit betekent dat het product permanent kan worden aangesloten aan het netaansluitpunt van een gebouw. Bij installaties met lange kabeltrajecten buiten zijn aanvullende maatregelen vereist om de overspanningscategorie IV te reduceren tot overspanningscategorie III (zie technische informatie "Overspanningsbeveiliging" op www.SMA-Solar.com).