Stringuitvalherkenning activeren en instellen


Vakman

Als u gebruik wilt maken van de stringuitvalherkenning, moet u deze activeren.

U heeft de mogelijkheid om ingangen met dezelfde eigenschappen (bijvoorbeeld schaduwvorming, uitlijning of paneeltype) als een groep te bundelen. In totaal kunt u uit 3 groepen kiezen. Aan elke groep moeten ten minste 2 ingangen toegewezen worden.

U moet de gevoeligheid en de tolerantie voor de stringuitvalherkenning instellen. Bovendien moet u instellen hoe lang de tolerantie minstens overschreden moet zijn tot de omvormer een gebeurtenis meldt.

Daarnaast kunt u de activeringsdrempel voor de stringuitvalherkenning instellen, om een foutieve gebeurtenismelding te voorkomen. Is de uitlijning van het PV-paneel uitgesproken niet-homogeen, dan kunnen bij dergelijke installaties vaker gebeurtenissen optreden als gevolg van een te geringe DC-spanning of een te geringe DC-stroom. Als u de activeringsdrempel verhoogt, dient u te controleren of de stringuitvalherkenning pas bij voldoende DC-vermogen actief wordt. Hierdoor worden in het geval van ongunstige instralingsomstandigheden foutieve gebeurtenismeldingen vermeden.

U kunt de stringuitvalherkenning met behulp van de apparaatparameters of de installatiewizard activeren en instellen.

De activeringsdrempel voor de stringuitvalherkenning kan uitsluitend met de apparaatparameters worden ingesteld. De activeringsdrempel is standaard op 20 % van het nominale omvormervermogen ingesteld.

Instelling met behulp van de apparaatparameters

In de volgende tabel vindt u alle parameters die voor de activering en instelling van de stringuitvalherkenning nodig zijn.

Objectnaam

Parameter

Weergavegroep

Instelwaarden

Operation.StrFltDet.OpMod

Bedrijfsmodus van de stringuitvalherkenning

DC-zijde > Bedrijf > Stringuitvalherkenning > Algemene bedrijfsmodus

  • Uit (Off)

  • Aan (On)

Operation.StrFltDet.ChGrp

Stringvergelijkingsgroep voor stringuitvalherkenn.

DC-zijde > Bedrijf > Stringuitvalherkenning > Vergelijkingsgroep

  • Geen groep (NoGrp)

  • Groep 1 (Grp1)

  • Groep 2 (Grp2)

  • Groep 3 (Grp3)

Operation.StrFltDet.SnsLvl

Gevoeligheid van de stringuitvalherkenning

DC-zijde > Bedrijf > Stringuitvalherkenning > Gevoeligheid van de sensoren

  • Speciale instelling (Adj)

  • Laag (LowMod)

  • Normaal (NrmMod)

  • Hoog (HiMod)

Operation.StrFltDet.Tol

Tolerantie van de stringuitvalherkenning

DC-zijde > Bedrijf > Stringuitvalherkenning > Tolerantie

  • 0% tot 100%

Operation.StrFltDet.WrnTm

Tijd tot waarschuwing van de stringuitvalherkenning

DC-zijde > Bedrijf > Stringuitvalherkenning > Tijd tot waarschuwing

  • 5 min tot 360 min

Operation.StrFltDet.WMinNom

Activeringsdrempel voor de stringuitvalherkenning1)

DC-zijde > Bedrijf > Stringuitvalherkenning > Nominaal AC-vermogen

  • 5 % tot 100 %

1) Parameters kunnen uitsluitend met behulp van de apparaatparameters ingesteld worden.

Werkwijze:

  1. Roep de gebruikersinterface van de omvormer op.
  2. Meld u op de gebruikersinterface aan als installateur.
  3. Roep het menu Apparaatparameters op.
  4. Kies [Parameters bewerken].
  5. Open de weergavegroep waarin de parameter zich bevindt.
  6. Stel de parameter in.
  7. Kies [Alle opslaan] om de instellingen op te slaan.

Instelling met behulp van de installatiewizard

Werkwijze:

  1. De gebruikersinterface oproepen Opbouw van een verbinding met de gebruikersinterface).
  2. Meld u op de gebruikersinterface aan als installateur.
  3. Kies rechts in de menubalk het menu Gebruikersinstellingen Opbouw van de startpagina van de gebruikersinterface).
  4. Kies in het contextmenu [Installatiewizard starten].
  5. Kies [Opslaan en verder] tot de stap Stringconfiguratie.
  6. Activeer de stringuitvalherkenning en stel het nodige in.
  7. Kies [Opslaan en verder].