Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten
Vakman
Voorwaarden:
-
De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden.
-
De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd.
Werkwijze:
- Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar van alle 3 de fasedraden uit en beveilig hem tegen opnieuw inschakelen.
- Zorg ervoor dat de DC-lastscheider in de stand O staat en tegen herinschakelen beveiligd is.
- Als de behuizingsdeksel van de AC-Connection Unit is gemonteerd: draai alle 10 schroeven van de behuizingsdeksel eruit met een torxschroevendraaier (TX 25) en neem deze naar voren eraf.
- Verwijder het plakband van de behuizingsopening voor de AC-aansluiting.
- Plaats de kabelschroefverbinding M63 in de opening en draai deze vanaf de binnenkant met de contramoer vast.
- Steek de AC-kabel door de kabelschroefverbinding in de AC-Connection Unit. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding hiervoor zo nodig iets los. Bij AC-kabels die een klembereik van < 35 mm vereisen, moet het afdichtingsinzetstuk van de kabelschroefverbinding M63 worden vervangen door het afdichtingsinzetstuk met een gereduceerd klembereik.
- Strip de mantel van de AC-kabel.
- Strip L1, L2, L3, N en aardleiding elk over een lengte van 30 mm.
- Sluit de aardleiding aan op de aardingsklem. Draai hiervoor een schroef waarmee de klem en de aansluitplaat op de aardaansluiting zijn aangesloten iets los met een torxschroevendraaier (TX 25) en draai de andere schroef eruit. Leg vervolgens de aardleiding op de aansluitplaat, leid de klem over de aardleiding en draai beide schroeven vast met een torxschroevendraaier (TX 25) (koppel: 6 Nm).
- Zorg dat de leiding op de aansluitplaat ligt.
- Sluit L1, L2, L3 en eventueel N volgens de aanduiding aan op de aansluitklemmen. Steek hiervoor iedere leiding tot aan de aanslag in de bijbehorende aansluitklem en draai de schroef van de aansluitklem vast met een inbussleutel (SW 8, lengte: 50 mm) (koppel bij leidingdoorsnede 35 mm² tot 95 mm²: 20 Nm, koppel bij leidingdoorsnede 120 mm²: 30 Nm).
- Voor de aansluiting met een meegevoerde nulleider op een openbaar stroomnet moet de brug in ieder geval zoals bij de volgende stap beschreven worden verwijderd.
- Als N beschikbaar is en op de bijbehorende aansluitklem is aangesloten, verwijdert u de standaard ingebouwde brug tussen N en de behuizing (). Draai hiervoor de schroef van aansluitklem N en de schroef van het aardingspunt () met een inbussleutel (SW8, lengte: 50 mm) eruit en neem de brug uit de omvormer.
- Zorg dat alle aansluitklemmen met de juiste leidingen zijn bezet.
- Controleer of alle leidingen goed vastzitten.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schok
De omvormer wordt standaard geleverd met een brug tussen N en de behuizing. De brug is absoluut verplicht voor aansluiting zonder meegevoerde nulleider op een openbaar stroomnet.
