Nominale aardlekstroom van de aardlekbeveiliging instellen


Vakman

Wanneer een aardlekbeveiliging met een nominale aardlekstroom van < 500 mA wordt toegepast, moet u de nominale aardlekstroom op de overeenkomstige waarde in de omvormer instellen. Daardoor reduceert de omvormer de bedrijfsafhankelijke afleidstromen en voorkomt het foutief activeren van de aardlekbeveiliging (meer informatie zie technische informatie "Capacitieve afvoerstromen" onder www.SMA-Solar.com).

Het principe voor het wijzigen van bedrijfsparameters wordt in een ander hoofdstuk beschreven Bedrijfsparameters wijzigen).

Werkwijze:

  • Kies in de parametergroep Apparaat > omvormer de parameter RCD aanpassing en stel deze in op de nominale aardlekstroom van de toegepaste aardlekbeveiliging.