Signaalkabel voor back-upbedrijf aansluiten


Vakman

Als in het systeem meerdere omvormers aanwezig zijn, maar aan slechts één daarvan back-upverbruikers moeten worden aangesloten, moet de aansluiting van de back-upverbruikers plaatsvinden op de omvormer die als System Manager wordt geconfigureerd.

Extra benodigd materiaal (niet meegeleverd):

  • Bij noodstroombedrijf: 1 in de handel verkrijgbare schakelaar

Werkwijze:

  1. Sluit de aansluitkabel aan op de schakelaar (zie handleiding van de schakelaar).
  2. Schakel de omvormer spanningsvrij Omvormer op spanningsvrije toestand controleren).
  3. Verwijder de blindstop uit de kabeldoorvoer voor de aansluiting op het multifunctionele relais en de signaalkabel voor back-upbedrijf.
  4. 14451169036
  5. Plaats de kabelschroefverbinding M32x1,5 met kabeldoorvoer met vier gaten voor communicatie-aansluitingen in de kabeldoorvoer voor de aansluiting op het multifunctioneel relais en de signaalkabel voor back-upbedrijf en draai deze aan de binnenkant vast met de contramoer.
  6. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding af en schuif hem over de kabel.
  7. Verwijder de kabeldoorvoer met vier gaten uit de kabelschroefverbinding.
  8. 14313622796
  9. Steek de kabel in een passende kabeldoorvoer in de kabeldoorvoer met vier gaten. Stoot daarbij door de gesloten zijde van de kabeldoorvoer.
  10. 14313623180
  11. Druk de kabeldoorvoer met vier gaten met de kabel in de kabelschroefverbinding en leid de kabel naar de steekplaats SPS op de communicatiemodule.
  12. Strip de mantel van de kabel over 20 mm.
  13. Strip de leidingen 6 mm.
  14. 14290765580
  15. Ontgrendel de aderinvoeren van de meegeleverde 2-polige stekker.
  16. 14290782732
  17. Sluit de leidingen aan op de meegeleverde 2-polige stekker. Steek daarvoor de aders in de invoeren en vergrendel de aderinvoeren. Let daarbij op de bezetting van de stekker.
  18. Steek de 2-polige stekker in de bus SPS op de communicatiemodule. Let daarbij op de configuratie van de pinnen.
  19. Controleer of de stekker stevig vastzit.
  20. Zorg ervoor dat alle leidingen correct zijn aangesloten .
  21. Zorg ervoor dat de leidingen stevig vastzitten in de klemposities.
  22. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding handvast.

    Zie hiervoor ook: