Eisen aan de AC-kabel


  • Geleidingstype: koperdraad

  • De leidingen moeten uit massieve draad, litze of fijnlitze bestaan. Bij gebruik van soepele leidingen (fijnlitze) moeten adereindhulzen worden gebruikt.

  • Leidingdoorsnede: 1,5 mm² tot 10 mm²

  • De diameter van de aardleiding mag niet kleiner zijn dan de diameter van de andere leidingen.

  • buitendiameter: 10 mm tot 25 mm

  • De kabel moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften voor kabelafmetingen, waaruit specifieke eisen aan de minimale leidingdoorsnede kunnen voortvloeien. Grootheden die invloed hebben op de kabelafmetingen zijn o.a. de nominale AC-stroom, de aangesloten AC-noodstroomverbruikers, het soort kabel, de installatiewijze, de mate van opeenhoping, de omgevingstemperatuur en de beoogde maximale kabelverliezen (zie voor het berekenen van de kabelverliezen de configuratiesoftware "Sunny Design" vanaf versie 2.0 op www.SMA-Solar.com).

  • Striplengte: 18 mm