Werkwijze bij de inbedrijfstelling als ondergeschikt apparaat
Dit hoofdstuk beschrijft de werkwijze voor de inbedrijfstelling van een omvormer die in installaties met of zonder System Manager wordt gebruikt. Ga voor de inbedrijfstelling te werk zoals beschreven in dit hoofdstuk en voer de stappen in de voorgeschreven volgorde uit.
In installaties met System Manager kan telkens slechts 1 apparaat in de installatie als System Manager worden gebruikt. Alle andere apparaten in de installatie moeten als ondergeschikt apparaat worden geconfigureerd en in de System Manager worden geregistreerd.
Als een Sunny Home Manager aanwezig is, moeten alle omvormers als ondergeschikte omvormers worden geconfigureerd ( > Werkwijze voor de inbedrijfstelling in systemen met Sunny Home Manager).

Instelling van een landspecifieke gegevensrecord voor het terugleverbedrijf nodig
Om te waarborgen dat de omvormer bij de inbedrijfstelling het terugleverbedrijf uitvoert, moet een landnorm worden ingesteld (bijv. via de inbedrijfstellingsassistent in de SMA 360°-app of op de gebruikersinterface van het product of via een System Manager).
Zolang geen landspecifieke gegevensrecord is ingesteld, wordt het terugleverbedrijf gestopt. Deze toestand wordt door tegelijkertijd knipperen van de groene en de rode led gesignaleerd.
Pas wanneer de configuratie van de omvormer is afgerond, voert de omvormer automatisch het terugleverbedrijf uit.

De landspecifieke gegevensrecord moet juist zijn ingesteld.
Als u een landspecifieke gegevensrecord instelt die niet geldig is voor uw land en uw gebruiksdoel, kan dit leiden tot storing van de installatie en tot problemen met de netwerkexploitant. Neem bij de keuze van de landspecifieke gegevensrecord in ieder geval de ter plaatse geldende normen en richtlijnen evenals de eigenschappen van de installatie (bijv. grootte van de installatie, netaansluitpunt) in acht.
- Als u niet zeker weet welke normen en richtlijnen voor uw land of uw gebruiksdoel geldig zijn, neem dan contact op met de netwerkexploitant.

Nettype moet correct ingesteld zijn
Als u een onjuist nettype instelt, kan dit leiden tot storing van de installatie en tot problemen met de netwerkexploitant.
Werkwijze | Zie | |
---|---|---|
Stel de omvormer in bedrijf. | ||
Verbinding maken met gebruikersinterface van de omvormer. Daarvoor staan verschillende verbindingsmogelijkheden ter beschikking:
| ||
Verander indien nodig de netwerkconfiguratie op de welkompagina. Standaard is de door SMA Solar Technology AG geadviseerde automatische netwerkconfiguratie via DHCP-server geactiveerd. Verander de netwerkconfiguratie alleen, wanneer de standaardconfiguratie voor uw netwerk niet geschikt is. | Inbedrijfstellingsassistent | |
Configuratie met behulp van de inbedrijfstellingswizard uitvoeren. Daarbij in de apparaatfunctie Ondergeschikte omvormer selecteren. | Inbedrijfstellingsassistent | |
De omvormer die als System Manager moet worden geconfigureerd in bedrijf nemen, de configuratie in de volledige installatie met de inbedrijfstelliingsassistent uitvoeren. Daarbij alle apparaten in de installatie registreren en de configuratie in de volledige installatie uitvoeren. | Werkwijze voor de inbedrijfstelling als System Manager |
Zie hiervoor ook: