Signaalbron op MFR aansluiten


Vakman

Als in het systeem meerdere omvormers aanwezig zijn, moet het multifunctioneel relais worden aangesloten op de omvormer die als System Manager wordt geconfigureerd.

Voorwaarden:

  • Er moet worden voldaan aan de technische eisen van het multifunctioneel relais Technische gegevens van de omvormer.

GEVAAR

Levensgevaar door elektrische schok

Bij aansluiting van signalen met spanning hoger dan 30 V op de aansluiting voor de schakelaar bestaat het risico op een levensgevaarlijke elektrische schok.

  1. Sluit alleen signalen met een veiligheidslaagspanning aan (< 30 V).

Werkwijze:

  1. Schakel de omvormer spanningsvrij Omvormer op spanningsvrije toestand controleren).
  2. Verwijder de blindstop uit de kabeldoorvoer voor de aansluiting op het multifunctionele relais en de schakelaar voor noodstroombedrijf.
  3. 14313797644
  4. Plaats de kabelschroefverbinding M32x1,5 met kabeldoorvoer met vier gaten voor communicatie-aansluitingen in de kabeldoorvoer voor de aansluiting op het multifunctioneel relais en de schakelaar voor noodstroombedrijf en draai deze aan de binnenkant vast met de contramoer.
  5. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding af en schuif hem over de kabel.
  6. Verwijder de kabeldoorvoer met vier gaten uit de kabelschroefverbinding.
  7. Steek de kabel in een passende kabeldoorvoer in de kabeldoorvoer met vier gaten. Stoot daarbij door de gesloten zijde van de kabeldoorvoer.
  8. Druk de kabeldoorvoer met vier gaten met de kabel in de kabelschroefverbinding en leid de kabel naar de steekplaats MFR op de communicatiemodule.
  9. Strip de mantel van de kabel over 20 mm.
  10. Strip de leidingen 6 mm.
  11. 14313798796
  12. Ontgrendel de aderinvoeren van de meegeleverde 3-polige stekker.
  13. 14313799180
  14. Sluit de leidingen aan op de meegeleverde 3-polige stekker. Steek daarvoor de aders in de invoeren en vergrendel de aderinvoeren. Let daarbij op de bezetting van de stekker.
  15. 14313799564
  16. Steek de 3-polige stekker in de bus MFR op de communicatiemodule. Let daarbij op de configuratie van de pinnen.
  17. Controleer of de stekker stevig vastzit.
  18. Zorg ervoor dat alle leidingen correct zijn aangesloten .
  19. Zorg ervoor dat de leidingen stevig vastzitten in de klemposities.
  20. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding handvast.

    Zie hiervoor ook: