Instellingsopties voor piekbelastingreductie


Instellingsoptie

Toelichting

Grenswaarde voor piekbelastingreductie

Grenswaarde voor de netafname, vanaf welke de batterij moet worden gebruikt om piekbelasting te reduceren.

Er kunnen alleen gehele getallen worden ingevoerd.

Afrekeningsinterval in tarief

Interval voor de afrekening van de vermogensprijzen:

Als het tarief van uw energieleverancier geen interval voor de afrekening van de vermogensprijzen vastlegt of als het interval voor de afrekening van de vermogensprijzen niet bekend is, selecteert u de optie Niet bekend.

Aanpassing

Als geen waarde voor het Gemiddelde-interval in tarief is opgegeven, is steeds de optie Directe aanpassing actief. In dat geval vindt de regeling van de piekbelastingsreductie plaats volgens de momentane waarde van de netafname op het netaansluitpunt.

Als een waarde voor het Gemiddelde-interval in tarief is opgegeven, kan de optie Gemiddelde-interval worden geselecteerd. In dat geval vindt de regeling van de piekbelastingsreductie plaats volgens de gemiddelde waarde van de netafname op het netaansluitpunt. Als een te hoge piekbelasting niet kan worden gereduceerd, kan de daardoor veroorzaakte overbelasting op een ander tijdstip in het gemiddelde-interval worden gecompenseerd. Daarbij kan het voorkomen dat de omvormer de netafname nog verder reduceert dan is vastgelegd door de grenswaarde voor de piekbelastingsreductie.

Automatische grenswaarde-aanpassing

Alleen indien er een waarde voor het Gemiddelde-interval in tarief is opgegeven, kan de functie Autom. grenswaarde-aanpassing worden gebruikt.

Als de optie Grenswaarde adaptief verhogen is geactiveerd en de grenswaarde voor de piekbelastingsreductie ondanks de aanpassing via het gemiddelde-interval niet kon worden aangehouden, wordt de grenswaarde automatisch verhoogd. De overschrijding van de oorspronkelijke grenswaarde legt de maat voor de adaptieve verhoging vast.

Optioneel kan de grenswaarde voor de piekbelastingsreductie aan het einde van de afrekeningsperiode weer op de oorspronkelijk ingevoerde waarde worden gereset.

Laadtoestand van de batterij

De parameter Laadtoestand van de batterij stuurt het laadgedrag van de omvormer tijdens de piekbelastingsreductie:

Als bijv. de laadtoestand van de batterij steeds zo hoog mogelijk moet zijn, voor de parameter Laadtoestand van de batterij de optie Nalaadgrens komt overeen met grenswaarde voor piekbelastingsreductie activeren of geactiveerd laten.

Als bijv. het naladen van de batterij uit het openbaar stroomnet moet worden vermeden, voor de parameter Laadtoestand van de batterij de optie Nalaadgrens komt overeen met grenswaarde voor piekbelastingsreductie deactiveren en de Nalaadgrens op 0 kW instellen.

    Zie hiervoor ook: