Product in bedrijf stellen
Vakman
Voorwaarden:
-
Het product moet correct gemonteerd zijn.
Werkwijze:
- Het behuizingsdeksel iets gekanteld op de aansluitkap plaatsen en vervolgens geheel sluiten.
- De schroeven in de afgebeelde volgorde vastdraaien (TX25, koppel: 6 Nm ± 0,3 Nm). Tenslotte de eerste schroef opnieuw aandraaien.
- De 3 schroeven van de aansluitkap in de gespecificeerde volgorde aantrekken (TX20, koppel 3,5 Nm).
- De laadkabel om de behuizing wikkelen.
- Niet gebruikte kabeldoorvoeren met kabelschroefverbinding afsluiten.
- Waarborg dat alle kabelschroefverbindingen afdichtingselementen bevatten en dat deze niet verschoven zijn.
- Schakel de AC-leidingbeveiligingsschakelaar in.
- Wacht, tot het product in bedrijf is. De procedure duurt circa 4 minuten. De actuele bedrijfstoestand van het product wordt ondertussen door de leds gesignaleerd ( > Ledsignalen).
- Waarborg, dat het laadstation zich in de snellaadmodus bevindt.
- De controle van het laadstation conform IEC 61851 met een passende meetinrichting voor laadstations uitvoeren. Daarvoor de laadkabel aan de meetinrichting verbinden.
- Het testprotocol conform IEC 61851 invullen. Een voorbeeld voor een testprotocol vindt u onder www.SMA-Solar.com.
- Eventueel vastgestelde gebreken verhelpen.
- Na een succesvolle controle de laadkabel op het voertuig aansluiten.
- Alle 3 leds gaan branden. De startfase begint.
- Na circa 90 seconden gaan alle 3 leds weer uit.
- Afhankelijk van het beschikbare vermogen brandt de groene led constant of knippert. Het voertuig wordt geladen.
- Wanneer de groene led nog steeds knippert, is nog niet voldaan aan de inschakelvoorwaarden voor het opladen. Zodra er aan de voorwaarden voor het opladen is voldaan, begint het laadstation met het opladen van het voertuig.
- Als de rode led brandt, is een incident opgetreden. Zoek uit aan de hand van de gebeurtenismelding wat er is gebeurd en neem eventueel maatregelen.
- Na het opladen de laadkabel van het voertuig losmaken en om het product wikkelen.





