Openbaar stroomnet aansluiten
Vakman
AC-kabelvoorschriften:
-
De maximaal toegestane temperatuur voor de klemmenstrook voor de AC-aansluiting van 105 °C moet worden aangehouden.
Buitendiameter: 11 mm tot 21 mm
-
Leidingdoorsnede: 6 mm² (flexibel/star) of 10 mm² (star)
Striplengte: 12 mm
-
Ontmantellengte: 20 cm
-
De kabel moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften voor kabelafmetingen, waaruit specifieke eisen aan de minimale leidingdoorsnede kunnen voortvloeien. Grootheden die invloed hebben op de kabelafmetingen zijn o.a. de nominale AC-stroom, het soort kabel, de installatiewijze, de dichtheid van de kabelinstallatie, de omgevingstemperatuur en de beoogde maximale kabelverliezen.
Aardlekbewaking:
Het laadstation heeft voor het bedrijf een externe aardlekbeveiliging nodig van het type A, die een nominale aardlekstroom van 30 mA heeft. Elk laadstation in de installatie moet via een eigen aardlekbeveiliging en installatie-automaat op het openbaar stroomnet worden aangesloten. Een DC-aardlekbeveiliging met 6 mA is al in het laadstation geïntegreerd.
Multi-EVC-bedrijf:
In multi-EVC-bedrijf moeten alle laadstations roulerend op het openbaar stroomnet worden aangesloten ( > Schakelschema).
Een installatie met drie driefasige laadstations moet roulerend op het openbaar stroomnet worden aangesloten:
Driefasig laadstation 1: L1, L2, L3
Driefasig laadstation 2: L2, L3, L1
Driefasig laadstation 3: L3, L1, L2
Een installatie met twee driefasige laadstation en één eenfasig laadstation kan bijvoorbeeld als volgt worden aangesloten:
Driefasig laadstation 1: L1, L2, L3
Driefasig laadstation 2: L2, L3, L1
Eenfasig laadstation 3: L3
Werkwijze:
- Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit.
- Strip de mantel van de AC-kabel over 20 mm.
- Strip de aders over een lengte van 10 mm tot 12 mm.
- Steek de AC-kabel door de kabelschroefverbinding in het product. Draai de wartelmoer zo nodig iets los.
- PE conform het opschrift aansluiten.
- N conform het opschrift aansluiten.
- Bij EVC22-3AC-10 de leidingen L1, L2 en L3 conform het opschrift aansluiten. Let daarbij op de correcte volgorde van de fasen.
- Bij EVC7.4-1AC-10 de leiding L1 conform het opschrift aansluiten.
- Waarborg, dat de klemmen met de juiste leidingen zijn bezet.
- Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding aandraaien.
