Buitenbedrijfstelling van het product
In dit hoofdstuk leest u hoe u te werk gaat als u het product na afloop van de levensduur volledig buiten bedrijf wilt stellen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel door het gewicht van het product
Door verkeerd tillen en door het naar beneden vallen van het product tijdens het transport of de montage kan lichamelijk letsel ontstaan.
- Draag bij alle werkzaamheden aan het product geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen.
Werkwijze:
- Schakel het product spanningsvrij ( > Schakel het product spanningsvrij).
- Wacht 30 minuten tot de behuizing is afgekoeld.
- Wartelmoer van de schroefmof voor de netwerkkabel afdraaien.
- De schroefmof van het het schroefdraad van de netwerkbus op het product draaien.
- De stekker van de netwerkkabel ontgrendelen en uit de bus op het product trekken.
- Kabeldoorvoer uit de schroefmof nemen en de kabeldoorvoer van de netwerkkabel verwijderen.
- De netwerkkabel uit de schroefmof en de wartelmoer halen.
- Beschermkap op de netwerkbus draaien.
- De klemmenstroken voor de aansluiting van de signaalbron op de digitale ingang uit de bus voor de aansluiting van een digitale signaalbron verwijderen.
- De leidingen uit de klemmenstroken verwijderen.
- De aansluitkabel uit het product halen. Daarvoor indien nodig de kabelschroefverbinding losdraaien.
- Bij EVC22-3AC-10 de leidingen L1, L2, L3, N en PE uit de klemmenstrook voor het openbaar stroomnet verwijderen. Bij EVC7.4-1AC-10 de leidingen L1, N en PE uit de klemmenstrook voor het openbaar stroomnet verwijderen. Steek daarvoor een platte schroevendraaier (breedte: 3 mm) tot aan de aanslag in de hoekige opening boven de aansluitklemmen en de leiding uit de aansluitklem trekken.
- Haal de AC-kabel door de kabelschroefverbinding uit het product. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding hiervoor zo nodig los.
- Bij EVC22-3AC-10 de leidingen L1, L2, L3, N, PE en de CP-kabel uit de klemmenstrook voor de aansluiting van de laadkabel verwijderen. Bij EVC7.4-1AC-10 de leidingen L1, N, PE en de CP-kabel uit de klemmenstrook voor de aansluiting van de laadkabel verwijderen. Steek daarvoor een platte schroevendraaier (breedte: 3 mm) tot aan de aanslag in de hoekige opening boven de aansluitklemmen en de leiding uit de aansluitklem trekken.
- De laadkabel door de buigbeschermspiraal en de kabelschroefverbinding uit het product leiden. Daarvoor de buigbeschermspiraal losmaken indien nodig.
- De behuizingsdeksel plaatsen en de schroeven in de afgebeelde volgorde vastdraaien (TX25, koppel: 6 Nm ± 0,3 Nm). Tenslotte de eerste schroef opnieuw aandraaien.
- De zeskantschroef, waarmee de montagehoek op de ondergrond is bevestigd, losdraaien.
- De 2 schroeven voor de bevestiging van de metalen ophanglippen boven op het product iets losdraaien.
- Het product met de metalen ophanglippen van de schroeven afnemen.
- Verpak het product, wanneer het moet worden opgeslagen of verzonden. Gebruik daarbij de originele verpakking of een verpakking die geschikt is voor het gewicht en de grootte van het product.
- Als het product moet worden afgevoerd, voer het product dan af volgens de ter plaatse geldende afvoervoorschriften voor elektronisch afval.
GEVAAR
Levensgevaar door hoge spanningen
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar door hete onderdelen van de behuizing











