Procedure werkelijk vermogen configureren


Vakman

Installatiewizard starten

  1. De gebruikersinterface oproepen Opbouw van een verbinding met de gebruikersinterface).
  2. Meld u aan als Installateur.
  3. Installatiewizard Installatiewizard starten).
  4. Kies bij elke stap [Opslaan en verder] tot Netbeheer.
  5. Instellingen uitvoeren zoals hierna beschreven.

Aangesloten fasedraad instellen

  1. Onder het tabblad Begrenzing werkelijk vermogen uit het vervolgkeuzemenu Aangesloten fasedraad de fase kiezen, welke op de omvormer is aangesloten.

Instellingen voor installaties met externe gewenste waarden uitvoeren

  1. Netaansluitpuntregeling op [Uit] instellen.
  2. Zet in het tabblad Procedure werkelijk vermogen de schakelaar Werkelijk vermogen op[Aan].
  3. Kies in het vervolgkeuzemenu Bedrijfsmodus werkelijk vermogen de optie Externe instelling.
  4. Kies in het vervolgkeuzemenu Fallback-procedure de optie Fallback-waarden toepassen.
  5. Voer in het veld Fallback-waarde van het maximale werkelijk vermogen de waarde in waarop de omvormer het nominaal vermogen bij uitval van de communicatie met de master-eenheid na afloop van de timeout-tijd moet begrenzen.
  6. Voer in het veld Timeout de tijd in die de omvormer moet afwachten, tot deze het nominaal vermogen begrenst op de ingestelde fallback-waarde.
  7. Wanneer het bij een 0%- of 0 W-instelling niet is toegestaan dat de omvormer een gering werkelijk vermogen in het openbaar stroomnet terugvoedt, kies dan in het vervolgkeuzemenu Netscheiding bij 0%-werkelijk vermogen de optie Ja. Daardoor is gewaarborgd, dat de omvormer in geval van een 0%- of 0 W-instellinge van het openbaar stroomnet scheidt en geen werkelijk vermogen teruglevert.

Instellingen voor installaties met handmatige gewenste waarden uitvoeren

  1. Zet in het tabblad Procedure werkelijk vermogen de schakelaar Netaansluitpuntregeling op[Aan].
  2. Voer het totale vermogen van de PV-panelen in het veld Nominaal installatievermogen in.
  3. In de vervolgkeuzemenu Bedrijfsmodus begrenzing werkelijk vermogen op het netaansluitpunt kiezen, of de begrenzing van het werkelijk vermogen door een vaste instelling in procenten of in watt moet gebeuren.
  4. In het veld Ingestelde grenswaarde werkvermogen op netaansluitpunt de waarde instellen, waarop het werkelijk vermogen op het netaansluitpunt moet worden begrensd. Voor nul werkvermogen moet de waarde op 0 zijn ingesteld.
  5. Voorinstelling werkelijk vermogen op [Aan] instellen.
  6. Kies voor handmatige invoer in het vervolgkeuzemenu Bedrijfsmodus voorinstelling werkelijk vermogen de optie Handmatige invoer in % of Handmatige invoer in W en stel de gewenste waarde in het veld Werkelijk vermogen in.
  7. Wanneer de omvormer het werkelijk vermogen zelfs op het netaansluitpunt moet regelen, in het vervolgkeuzemenu Bedrijfsmodus voorinstelling werkelijke vermogen de positie Externe instellingen kiezen, in het vervolgkeuzemenu Terugvalgedrag de positie Terugvalwaarden overnemen kiezen en in het vervolgkeuzemenu Netscheiding bij 0% voorinstelling werkelijk vermogen de positie Nee kiezen.