Warmtepomp via compatibele draadloze contactdoos en afzonderlijk relais schakelen
Draadloze contactdoos in de installatie opnemen en toevoegen ( > Draadloze contactdoos toevoegen).
Warmtepomp op de draadloze contactdoos aansluiten en basisverbruikerseigenschappen vastleggen , onder meer bijvoorbeeld de correcte vermogensopname, de minimumlooptijd en dat de warmtepomp alleen mag worden geschakeld ( > Aansluiting via compatibele draadloze contactdoos en afzonderlijk relais).
Tijdvensters configureren ( > Tijdvenster instellen of wijzigen).
Zie hiervoor ook: