Werkwijze voor de verbinding met SMA Data Manager M


Vakman

Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor een verbinding van het laadstation met de SMA Data Manager M.

Voorwaarden:

  • De SMA eCharger beschikt over de firmwareversie ≥ 2.5.9.R

  • De SMA Data Manager (EDMM-10 / EDMM-20) beschikt over de firmwareversie ≥ 2.5.9.R

U krijgt een overzicht van de stappen die u in ieder geval in de aangegeven volgorde moet uitvoeren.

Werkwijze

Zie

Stel de het laadstation in bedrijf.

Product in bedrijf stellen)

Verbinding maken met gebruikersinterface van het laadstation. Daarvoor staan verschillende verbindingsmogelijkheden ter beschikking:

  • directe verbinding via WLAN

  • verbinding via WLAN met lokaal netwerk

  • verbinding via ethernet in lokaal netwerk

Directe verbinding via WLAN)

Verbinding in lokaal netwerk)

Verander indien nodig de netwerkconfiguratie op de welkompagina. Standaard is de door SMA Solar Technology AG geadviseerde automatische netwerkconfiguratie via DHCP-server geactiveerd. Verander de netwerkconfiguratie alleen, wanneer de standaardconfiguratie voor uw netwerk niet geschikt is.

Inbedrijfstellingsassistent

Configuratie met behulp van de inbedrijfstellingswizard uitvoeren. Daarbij in de toestelconfiguratie Laadstation als System Manager selecteren.

Inbedrijfstellingsassistent

Verbinding met de gebruikersinterface van het laadstation opbouwen en onder Configuratie > Parameter bij de parameter Modbus TCP-serverpoort de waarde [502] invoeren.

Parameters wijzigen)

Indien nodig andere instellingen uitvoeren (bijv. multifunctioneel relais configureren).

Bediening)

De SMA Data Manager (EDMM-10 / EDMM-20) in bedrijf stellen.

Zie handleiding van het product

Verbinding maken met gebruikersinterface van de SMA Data Manager.

  • Selecteer in het menu Configuratie het menupunt Apparaatbeheer.

  • Kies de knop .

  • Modbus-apparaten kiezen en met [Verder] bevestigen.

  • Modbus-profielen beheren selecteren.

  • Nieuw Modbus-profiel aanmaken selecteren.

  • De invoervelden invullen en [Opslaan] selecteren.

  • Beschikbare Modbus-toestellen in de installatie zoeken.

  • Het Modbus-toestel selecteren, dat aan de installatie moeten worden toegevoegd en [Opslaan] kiezen.

  • Controleer of de meetwaarden correct worden uitgelezen.

Zie handleiding van het product

Om de installatie in Sunny Portal te bewaken en de gegevens gevisualiseerd te bekijken, een account aanmaken in Sunny Portal en een installatie in Sunny Portal aanmaken of toestellen aan een bestaande installatie toevoegen.

https://ennexOS.SunnyPortal.com

    Zie hiervoor ook: