Eisen aan de AC-kabel


  • Geleidingstype: koperdraad

  • De leidingen moeten massief of soepel zijn. Bij gebruik van soepele leidingen (fijnlitze) kunnen adereindhulzen worden gebruikt.

  • Buitendiameter: 14 mm tot 25 mm

  • Aderdiameter aardleiding: 2,5 mm² tot 10 mm² (star) / 2,5 mm² tot 6 mm² (flexibel)

  • Aderdiameter fasedraad en nulleider: 2,5 mm² tot 10 mm² (star) / 2,5 mm² tot 6 mm² (flexibel)

  • Striplengte: 18 mm tot 20 mm

  • Ontmantellengte: ca. 100 mm

  • De kabel moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften voor kabelafmetingen, waaruit specifieke eisen aan de minimale leidingdoorsnede kunnen voortvloeien. Grootheden die invloed hebben op de kabelafmetingen zijn o.a. de nominale AC-stroom, het soort kabel, de installatiewijze, de mate van opeenhoping, de omgevingstemperatuur en de beoogde maximale kabelverliezen (zie voor het berekenen van de kabelverliezen de configuratiesoftware "Sunny Design" vanaf softwareversie 2.0 op www.SMA-solar.com).