Lay-out van de PV-panelen definiëren
Voorwaarden:
U moet een project hebben geopend en tot aan de projectpagina Systeem configureren (snelplanning) resp. PV-installatie configureren (detailplanning) hebben gepland.
U moet de visuele dakplanning op de pagina LAY-OUT PV-PANEEL hebben geopend.
Werkwijze:
- Indien nodig extra vlakken aanmaken. Dit is mogelijk, zolang maximaal 2 vlakken zijn gedefinieerd.
- Het al gedefinieerde paneelvlak in grootte veranderen, zodat het extra vlak kan worden toegevoegd. Daarvoor de betreffende paneelvlakken met de muis aanklikken. Op de hoeken van de vlakken verschijnen markeringspunten, waarmee u de grootte kunt aanpassen.
- Aan de rechterzijde van het venster onder Vlak selecteren of toevoeren de knop [+] kiezen en een vrij oppervlak op het dak aanklikken. Daardoor wordt een extra dakoppervlak toegevoegd.
- Indien nodig de namen van de afzonderlijke oppervlakken aanpassen.
- Om overeenkomstig het gekozen paneeltype, de oriëntatie en de ter beschikking staande oppervlakken, het maximale aantal PV-panelen te berekenen, de optie Max. piekvermogen kiezen. Daarmee kan het aantal PV-panelen niet meer handmatig worden veranderd.
- Kies het tabblad PV-paneel om het PV-paneel te definiëren.
- Wanneer het aantal PV-panelen voor het actieve oppervlak handmatig moet worden gedefinieerd, moet het aantal panelen worden ingevoerd.
- Indien nodig de gebruikte PV-panelen met de knop onder PV-paneel in het venster Fabrikant en PV-paneel wijzigen aanpassen.
- Oriëntatie van de PV-panelen met de knoppen in de sectie Oriëntatie in de rechter onderrand aanpassen.
- Bij de planning van een plat dak: in de sectie Montagewijze kiezen, of de module liggend of met staanders moet worden gemonteerd.
- Specificaties voor rijafstand, spleetafstand en afstand van de panelen tot hindernissen invoeren.
Bij de planning van een plat dak: ook de helling van de panelen en de azimut van het paneelveld invoeren. - [PV-panelen opstellen] kiezen Daardoor worden automatisch de PV-panelen overeenkomstig de specificaties op de dakoppervlakken opgesteld.
- Om looppaden voor het onderhoud of een thermische scheiding in te voegen, klikt u op Aanvullende scheidingen.
- Om de breedte en indeling van de looppaden te definiëren, voert u in de velden Rijscheiding, Kolomscheiding en Frequentie de gewenste waarden in. Met frequentie wordt daarbij bedoeld na hoeveel panelen per rij of kolom een tussenruimte moeten worden toegevoegd.
- Wanneer de opstelling of keuze van de PV-panelen is veranderd, [Wijziging overnemen] kiezen.
- Om de schaduwvorming van de PV-panelen weer te geven, het tabblad Schaduwvorming kiezen.
- Om de schaduwvorming in de loop van het jaar te laten berekenen, de optie Jaarlijkse schaduwvorming activeren.
- [Schaduwvorming berekenen] kiezen.
- De berekende schaduwvorming van het gekozen oppervlak kan in kleur met de optie Schaduwvorming van de dakoppervlakken of als procentuele schaduwvorming worden weergegeven.
- Om het verloop van de schaduwvorming te visualiseren, de knop met het zon-symbool aan de linker onderrand openklappen en de optie Zonnestandindicatie activeren.
- Datum en tijd van de gewenste schaduwweergave kiezen. Daarbij wordt bij de tijd geen rekening gehouden met de zomertijd.
- Om afzonderlijke PV-panelen te verplaatsen, het gewenste PV-paneel met de muis selecteren en verplaatsen.
Tip: de optie Botsingsherkenning deactiveren activeren, om botsingen bij geïmporteerde 3D-modellen te negeren en PV-panelen in uitstekende objecten te kunnen verplaatsen. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn, wanneer het geïmporteerde 3D-model nog objecten, bijvoorbeeld ventilatiebuizen, bevat, die in de installatie moeten worden verwijderd. - Om de visuele dakplanning af te sluiten, [Opslaan] kiezen.
- U keert terug op de pagina PV-installatie configureren (bij detailplanning) of op pagina Systeem configureren (bij snelplanning).
- Om de elektrische configuratie te definiëren, [Verder] kiezen.