Standalone-installaties met de systeemassistent configureren


Met de systeemwizard wordt op basis van de projectspecifieke vereisten en gegevens een geldige systeemconfiguratie voor een stand-alone installatie berekend. Deze systeemconfiguratie kunt u handmatig aanpassen, om de installatie nog beter aan uw behoeften aan te passen.

Voorwaarde:

  • U moet een project hebben geopend en tot aan de projectpagina PV-installatie configureren hebben gepland.

Werkwijze:

  1. In de sectie Omvormerconfiguratie de knop [Systeemwizard] kiezen.
  2. Het dialoogvenster Systeemwizard wordt geopend.
  3. Op het tabblad Vereisten en specificaties selecteren of het systeem voor de maand met de slechtste weersomstandigheden geconfigureerd moet worden.
  4. De nominale vermogensverhouding van de omvormer invoeren.
  5. De gewenste autonomietijd invoeren.
  6. Batterijtype uit het vervolgkeuzemenu kiezen.
  7. Indien gewenst de optie Rekening houden met genset kiezen en de desbetreffende instellingen uitvoeren.
  8. De gewenste zonnedekkingsgraad invoeren.
  9. Om de veranderingen in het systeemvoorstel over te kunnen nemen, [Systeemvoorstel berekenen] kiezen.
  10. Het berekende systeemvoorstel wordt op het tabblad Systeemvoorstel weergegeven.
  11. Indien gewenst de instellingen voor het nominale AC-vermogen van de PV-omvormers, het nominale AC-vermogen van het batterijsysteem en de bruikbare opslagcapaciteit wijzigen.
  12. Om de compatibiliteit van de actuele instellingen te controleren, [Compatibiliteit controleren] kiezen.
  13. Om het systeemvoorstel toe te passen, [Voorstel toepassen] kiezen.
  14. Het dialoogvenster Configuratie voor het configureren van de omvormers wordt na het sluiten van de systeemwizard geopend.