Standalone-installaties met de systeemassistent configureren
Met de systeemwizard wordt op basis van de projectspecifieke vereisten en gegevens een geldige systeemconfiguratie voor een stand-alone installatie berekend. Deze systeemconfiguratie kunt u handmatig aanpassen, om de installatie nog beter aan uw behoeften aan te passen.
Voorwaarde:
U moet een project hebben geopend en tot aan de projectpagina PV-installatie configureren hebben gepland.
Werkwijze:
- In de sectie Omvormerconfiguratie de knop [Systeemwizard] kiezen.
- Het dialoogvenster Systeemwizard wordt geopend.
- Op het tabblad Vereisten en specificaties selecteren of het systeem voor de maand met de slechtste weersomstandigheden geconfigureerd moet worden.
- De nominale vermogensverhouding van de omvormer invoeren.
- De gewenste autonomietijd invoeren.
- Batterijtype uit het vervolgkeuzemenu kiezen.
- Indien gewenst de optie Rekening houden met genset kiezen en de desbetreffende instellingen uitvoeren.
- De gewenste zonnedekkingsgraad invoeren.
- Om de veranderingen in het systeemvoorstel over te kunnen nemen, [Systeemvoorstel berekenen] kiezen.
- Het berekende systeemvoorstel wordt op het tabblad Systeemvoorstel weergegeven.
- Indien gewenst de instellingen voor het nominale AC-vermogen van de PV-omvormers, het nominale AC-vermogen van het batterijsysteem en de bruikbare opslagcapaciteit wijzigen.
- Om de compatibiliteit van de actuele instellingen te controleren, [Compatibiliteit controleren] kiezen.
- Om het systeemvoorstel toe te passen, [Voorstel toepassen] kiezen.
- Het dialoogvenster Configuratie voor het configureren van de omvormers wordt na het sluiten van de systeemwizard geopend.