Laadpalen configureren


Voorwaarde:

  • U moet een energiesysteemproject geopend en tot aan de projectpagina Energiesysteem gepland hebben.

Werkwijze:

  1. Kies in de centrale werksectie de knop [LAADPALEN].
  2. Het dialoogvenster Snelconfiguratie laadpalen wordt geopend.
  3. Kies op het tabblad Technische configuratie in de bovenste sectie of een Uniform laadtarief voor alle laadpunttypes of Verschillend laadtarief per laadpunttype moet worden gebruikt.
  4. In het tabblad Technische configuratie het type en het aantal gebruikte laadpalen kiezen. Daarvoor kan uit een lijst met typische laadpalen en de onder Mijn Sunny Design > Eigen laadpalen gedefinieerde laadpalen een laadpaal worden gekozen.
  5. Kies om een nieuwe laadpaal toe te voegen [+ Laadpaal toevoegen].
  6. Kies om een laadpaal uit de configuratie te verwijderen het prullenbaksymbool.
  7. Om het totale vermogen van de laadpalen te begrenzen, de optie Intelligente begrenzing laadvermogen kiezen en het laadvermogen waarop moet worden begrensd invoeren. Daardoor wordt de laadcapaciteit bij het overschrijden van de gevraagde laadcapaciteit van de te laden voertuigen tot de ingevoerde waarde begrensd en wordt de ter beschikking gestelde laadcapaciteit over de afzonderlijke voertuigen verdeeld.
  8. Om de strategie bij overbezetting van de laadpalen vast te leggen, Bij het bereiken van de volledige lading vrijgeven voor andere voertuigen of Pas bij het verlaten vrijgeven voor andere voertuigen kiezen.
  9. In het veld Berekening laadtarief aangeven of en hoe de via de laadpalen geladen energie of gebruikstijd verrekend moet worden.
  10. Wanneer de berekening van het laadtarief per kWh of per minuut moet plaatsvinden, in het veld Laadtarief het tarief invoeren. Daarbij betekent een positieve waarde een opbrengst. Een negatieve waarde betekent kosten die door het gebruik van de laadpalen ontstaan.
  11. Om tijdvensters voor de verschillende toepassingen van de laadpalen te definiëren, het gewenste tijdvenster kiezen of [+ Nieuw tijdvenster] en het tijdvenster definiëren.
  12. In de tabbladen Investerings- en bedrijfskosten en Financiering de gewenste instellingen uitvoeren.
  13. Kies [Wijzigingen toepassen].