Tijdvensters voor elektrische voertuigen definiëren


Voor de gebruiksvormen van het elektrisch voertuig en de beschikbaarheid van de laadpalen moeten verschillende tijdvensters worden gedefinieerd. Daarbij is het mogelijk ieder tijdvenster met een bepaalde tolerantie te voorzien en zo mogelijke tekorten bij eigenverbruik beter te kunnen voorzien.

Voorwaarden:

  • Bij projecten met eigenverbruik:

    • U moet een project geopend en tot aan de projectpagina Verbruiksprofiel definiëren gepland hebben.

    • In het project wordt elektrische mobiliteit mee gepland. De optie Rekening houden met elektrische mobiliteit in de sectie Elektrische mobiliteit is geactiveerd.

  • Bij energiesysteemprojecten:

    • U moet een project geopend en tot aan de projectpagina Energiesysteem gepland hebben.

    • In het project wordt elektrische mobiliteit mee gepland. Op de projectpagina Scenario definiëren is de optie LAADPALEN in de sectie Systeemcomponenten geactiveerd.

Werkwijze:

  1. Bij projecten met eigenverbruik: op de pagina Verbruiksprofiel definiëren in de sectie Elektrische mobiliteit bij het gewenste rijprofiel de knop kiezen.
  2. Het dialoogvenster Rijprofiel wordt geopend.
  3. Bij energiesysteemprojecten: kies op de pagina Energiesysteem in de sectie VERBRUIKERS de knop MOBILITEIT.
  4. Het dialoogvenster Mobiliteit wordt geopend.
  5. Kies in het dialoogvenster Mobiliteit bij het gewenste rijprofiel de knop .
  6. Het dialoogvenster Rijprofiel wordt geopend.
  7. In de sectie Gebruiksprofiel de kalender kiezen.
  8. Het dialoogvenster Tijdvenster wordt geopend.
  9. Om een tijdvenster voor het laden van het elektrisch voertuig te definiëren, in de sectie Type tijdvenster de optie Laden kiezen.
  10. De dagen kiezen waarvoor het tijdvenster moet worden gedefinieerd. Wanneer het tijdvenster op iedere dag van de week op hetzelfde tijdstip moet gelden, de optie Iedere dag kiezen.
  11. Kies het begin van het tijdvenster uit het vervolgkeuzemenu.
  12. Kies het einde van het tijdvenster uit het vervolgkeuzemenu.
  13. Mogelijke verschuivingen van het begin of het eind van het tijdvenster in het desbetreffende vervolgkeuzemenu kiezen.
  14. Wanneer u voor het tijdvenster het gebruik Laden hebt geselecteerd, de locatie van de te gebruiken laadpaal kiezen. De berekening van de elektrische mobiliteit gebruikt uitsluitend het verbruik voor het lokaal laden.
  15. Kies [OK] om de instellingen voor het tijdvenster over te nemen.