Extra instellingen van de netwerkexploitant voor landnorm uitvoeren
Vakman
Tijdens de registratie van het toestel worden voor de herkende toestellen de gewenste landnormen gekozen. Om de juiste regelsnelheid voor de landnorm te realiseren, moet uw aanvullende instellingen uitvoeren.
Deze instellingen zijn gerelateerd aan het PT1-lid en de gradiënten, om sprongen van de binnenkomende werkelijk vermogeninstelling te compenseren. Deze instellingen worden afzonderlijk voor netwerkexploitant en directe verkoper uitgevoerd. Standaard zijn voor het PT1-lid de waarde 3 s ingesteld en voor de gradiënt 0,5 %/s. Afhankelijk van de voorwaarden van de netwerkexploitant moeten deze waarden worden aangepast.
Voorwaarden:
De gebruikersinterface moet geopend zijn en u moet als Installateur of Administrator aangemeld zijn.
Werkwijze:
- Selecteer in de focusnavigatie de installatie.
- Selecteer in het menu Configuratie het menupunt Netbeheer.
- In de regel Werkelijk en blindvermogen de toets Configuratie & activeren kiezen.
- Onder Werkelijk vermogen de configuratiewizard voor Instellingen netwerkexploitant openen.
- Bij handmatige invoer gewenste waarde Handmatige instelling gewenste waarde voor begrenzing werkelijk vermogen activeren en de door de netwerkexploitant gespecificeerde begrenzing van het werkelijk vermogen instellen.
- Bij externe instelling gewenste waarde de Bron voor externe gewenste waarde activeren en de betreffende opties kiezen.
- Gedrag bij wijziging van de gewenste waarde activeren.
- Realisatie met PT1-lid kiezen en voor de Insteltijd de waarde van de netwerkexploitant invoeren. Om een snelle regelsnelheid te realiseren, deze optie deactiveren.
- Gradiënt kiezen en voor Max. toename van de instelwaarde en Max. afname van de instelwaarde de waarde van de netwerkexploitant invoeren. Om een snelle regelsnelheid te realiseren, deze optie deactiveren.
- Kies [Verder].
- Kies [Save].
- In de focusnavigatie het toestel kiezen en dezelfde instellingen uitvoeren als op installatieniveau.
Zie hiervoor ook: