Nieuw Modbus-toestel registreren en Modbus-profiel toewijzen


Voorwaarden:

  • De gebruikersinterface moet geopend zijn en u moet als Installateur of Administrator aangemeld zijn.

  • De aangesloten Modbus-toestellen moeten zodanig zijn geconfigureerd, dat deze de gewenste waarden met cyclische tussenpozen zenden (maximale cyclustijd: 1 minuut, geadviseerde cyclustijd: 1 seconde).

  • De Modbus-toestellen moeten in bedrijf zijn en met het product zijn verbonden.

Werkwijze:

  1. Selecteer in de focusnavigatie het product.
  2. Selecteer in het menu Configuratie het menupunt Apparaatbeheer.
  3. Kies de knop .
  4. Modbus-apparaten kiezen en met [Verder] bevestigen.
  5. De invoervelden invullen en met [Verder] bevestigen.
  6. Beschikbare Modbus-apparaten in de installatie worden gezocht en weergegeven.
  7. De Modbus-apparaten selecteren, die aan de installatie moeten worden toegevoegd en [Opslaan] kiezen.
  • Het aangesloten Modbus-toestel kan als teller voor productie- en verbruiksgegevens aan het netaansluitpunt, voor energie-monitoring of als sensor voor windsnelheid, zoninstraling en temperatuur ingezet worden.