Nieuw Modbus-toestel registreren en Modbus-profiel toewijzen
Voorwaarden:
De gebruikersinterface moet geopend zijn en u moet als Installateur of Administrator aangemeld zijn.
De aangesloten Modbus-toestellen moeten zodanig zijn geconfigureerd, dat deze de gewenste waarden met cyclische tussenpozen zenden (maximale cyclustijd: 1 minuut, geadviseerde cyclustijd: 1 seconde).
De Modbus-toestellen moeten in bedrijf zijn en met het product zijn verbonden.
Werkwijze:
- Selecteer in de focusnavigatie het product.
- Selecteer in het menu Configuratie het menupunt Apparaatbeheer.
- Kies de knop .
- Modbus-apparaten kiezen en met [Verder] bevestigen.
- De invoervelden invullen en met [Verder] bevestigen.
- Beschikbare Modbus-apparaten in de installatie worden gezocht en weergegeven.
- De Modbus-apparaten selecteren, die aan de installatie moeten worden toegevoegd en [Opslaan] kiezen.
- Het aangesloten Modbus-toestel kan als teller voor productie- en verbruiksgegevens aan het netaansluitpunt, voor energie-monitoring of als sensor voor windsnelheid, zoninstraling en temperatuur ingezet worden.