SMA Modbus-profiel


Aangesloten Modbus-toestellen kunnen bijvoorbeeld als energiemeter voor productie- en verbruiksgegevens aan het netaansluitpunt of voor energie-monitoring ingezet worden. Daarvoor moeten voorgedefinieerde Modbus-profielen, zelf aangemaakte Modbus-profielen of het SunSpec Modbus-profiel worden gebruikt. De Modbus-profielen worden vervolgens aan de Modbus-apparaten toegewezen.

IP-adressen van Modbus-apparaten

In installaties met Modbus-apparaten moeten statische IP-adressen aan alle Modbus-apparaten worden toegekend. Daarbij kunnen geschikte IP-adressen uit de vrije adresvoorraad van het netwerksegment handmatig of dynamisch via DHCP aan de Modbus-apparaten worden toegekend.

Als de IP-adressen dynamisch toegewezen moeten worden, moet op de internet-router DHCP geactiveerd zijn (zie handleiding van de internet-router). Waarborg daarbij, dat de Modbus-apparaten geen veranderbare IP-adressen bevatten maar altijd dezelfde IP-adressen (statische DHCP).

Dit betreft ook Data Managers, die als slave-apparaten worden gebruikt.

Wanneer IP-adressen van Modbus-apparaten zijn veranderd, moeten alle apparaten opnieuw worden gestart.