AC-kabels aansluiten


Vakman

Voorwaarden:

  • De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden.

  • De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd.

Vereist materiaal (niet bij de levering inbegrepen):

  • Beschermvet (alleen bij aders van aluminium)

  • 4 krimpslangen

  • 4 ringkabelschoenen met gatdiameter 12 mm (bij aders van aluminium bimetaalkabelschoenen van aluminium en koper)

Werkwijze:

  1. Schakel de AC-leidingbeveiligingsschakelaar van alle 3 de fasedraden uit en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen.
  2. 13831308684
  3. Zorg ervoor dat alle 4 DC-lastscheiders zijn uitgeschakeld en herinschakelen beveiligd zijn.
  4. Het kabelcompartiment openen Kabelcompartiment openen).
  5. Ontmantel de AC-kabel tot maximaal 375 mm.
    Wanneer de optionele AC-afdichtingsplaat wordt gebruikt, alle 4 kabels tot maximaal 375 mm ontmantelen.
  6. Strip L1, L2, L3 en aardleiding telkens over een lengte van 30 mm.
  7. 13831310220
  8. Bij leidingen van aluminium de aanwezige oxidatielaag verwijderen en beschermvet op de leiding aanbrengen
  9. 13831310604
  10. De 4 schroeven van de beschermkap voor de AC-aansluiting uitdraaien (PH2) en de beschermkap verwijderen.
  11. 13831310988
  12. Wartelmoer van de kabelschroefverbinding van de AC-aansluiting aan de onderzijde van de omvormer losmaken.
    Bij gebruik van de optionele AC-afdichtingsplaat alle 4 wartelmoeren losdraaien.
  13. 13831311372
  14. Bij een kabeldiameter van ≥ 47 mm het extra afdichtingselement van de kabelschroefverbinding van de AC-aansluiting verwijderen. Steek de kabel door de wartelmoer en de kabelschroefverbinding in het apparaat.
    Bij gebruik van de optionele AC-afdichtingsplaat bij een kabeldiameter van ≥ 22 mm de extra afdichtingselementen van de kabelschroefverbindingen verwijderen. De 4 kabels elk door 1 wartelmoer en 1 kabelschroefverbinding in het apparaat leiden.
  15. 13831311756
  16. Telkens 1 krimpkous over leiding L1, L2, L3 en PE trekken. De krimpkous moet zich onder het gestripte gebied van de leiding bevinden.
  17. 13831312140
  18. Het gestripte gebied van de leiding in de ringkabelschoen steken en met een persgereedschap crimpen.
  19. 13831312524
  20. De krimpkous over het gecrimpte gebied van de ringkabelschoen trekken en met een heteluchtföhn krimpen, zodat deze vast op de ringkabelschoenen aanliggen.
  21. 13831312908
  22. De leiding met de ringkabelschoenen conform het opschrift voor L1, L2, L3 en PE op het schroefdraad in het bovenste bereik van het kabelcompartiment hangen.
  23. 13831313292
  24. Telkens 1 onderlegring opsteken en zeskantmoer met behulp van een ratel vastdraaien (SW 19, koppel: 20 Nm tot 30 Nm).
  25. De wartelmoer op de kabelschroefverbinding van de AC-aansluiting vastdraaien (SW83, koppel: 15 Nm tot 19 Nm). Waarborg daarbij, dat de AC-kabel niet onder trekspanning staat.
    Bij gebruik van de optionele AC-afdichtingsplaat alle 4 wartelmoeren vastdraaien (SW53, koppel 10 Nm tot 13 Nm). Waarborg daarbij, dat de AC-kabels niet onder trekspanning staan.
  26. De beschermkap voor de AC-aansluiting met de 4 schroeven bevestigen (PH2, koppel: 1,5 Nm).
  27. De begrenzingshendel in de oorspronkelijke stand zetten en de afdekking van het kabelcompartiment sluiten.
  28. 13831313676
  29. De beide schroeven op de afdekking van het kabelcompartiment vastdraaien (TX30, koppel: 4,3 Nm).

    Zie hiervoor ook: