De digitale ingang DI 1-4 voor externe gewenste waarde configureren
Vakman
Als de specificaties van de netwerkexploitant niet via de inbedrijfstellingsassistent werden geconfigureerd, kunt u de configuratie zoals hierna beschreven uitvoeren.
Voorwaarden:
Op de digitale ingang DI 1-4 moet een ontvanger voor rimpelspanning of een afstandsbesturing voor richtwaarden voor werkelijk vermogen zijn aangesloten.
De omvormer waarop de ontvanger voor rimpelspanning of de afstandsbesturing is aangesloten moet als System Manager geconfigureerd zijn.
De gebruikersinterface moet geopend zijn en u moet als Installateur of Administrator aangemeld zijn.
Werkwijze:
- Selecteer in de focusnavigatie het product.
- Selecteer het menu [Configuratie].
- Selecteer het menupunt Netbeheer.
- Selecteer bij werkelijk en blindvermogen Configuratie & activering.
- Onder Werkelijk vermogen de configuratiewizard voor Instellingen netwerkexploitant openen.
- Activeer Bron voor externe gewenste waarde.
- Selecteer Digitale ingangen.
- Selecteer + Nieuwe I/O-configuratie.
- Selecteer de System Manager als bron voor het digitale signaal.
- Selecteer de digitale ingangen 1-4.
- Configureer de specificaties van de netwerkexploitant. Daarbij kunt u voor elke richtwaarde een nieuwe regel toevoegen en de combinatie van de signalen (bits) vastleggen.
- Kies [Toepassen].
- Configureer de terugvalmodus voor ontbrekende voorinstelling gewenste waarde.
- Configureer indien nodig het gedrag bij wijziging van de gewenste waarde.
Zie hiervoor ook: