De digitale ingang DI 1-4 voor externe gewenste waarde configureren


Vakman

Als de specificaties van de netwerkexploitant niet via de inbedrijfstellingsassistent werden geconfigureerd, kunt u de configuratie zoals hierna beschreven uitvoeren.

Voorwaarden:

  • Op de digitale ingang DI 1-4 moet een ontvanger voor rimpelspanning of een afstandsbesturing voor richtwaarden voor werkelijk vermogen zijn aangesloten.

  • De omvormer waarop de ontvanger voor rimpelspanning of de afstandsbesturing is aangesloten moet als System Manager geconfigureerd zijn.

  • De gebruikersinterface moet geopend zijn en u moet als Installateur of Administrator aangemeld zijn.

Werkwijze:

  1. Selecteer in de focusnavigatie het product.
  2. Selecteer het menu [Configuratie].
  3. Selecteer het menupunt Netbeheer.
  4. Selecteer bij werkelijk en blindvermogen Configuratie & activering.
  5. Onder Werkelijk vermogen de configuratiewizard voor Instellingen netwerkexploitant openen.
  6. Activeer Bron voor externe gewenste waarde.
  7. Selecteer Digitale ingangen.
  8. Selecteer + Nieuwe I/O-configuratie.
  9. Selecteer de System Manager als bron voor het digitale signaal.
  10. Selecteer de digitale ingangen 1-4.
  11. Configureer de specificaties van de netwerkexploitant. Daarbij kunt u voor elke richtwaarde een nieuwe regel toevoegen en de combinatie van de signalen (bits) vastleggen.
  12. Kies [Toepassen].
  13. Configureer de terugvalmodus voor ontbrekende voorinstelling gewenste waarde.
  14. Configureer indien nodig het gedrag bij wijziging van de gewenste waarde.

    Zie hiervoor ook: