Regeling
Bij een regeling wordt een gewenste waarde bijvoorbeeld via een ontvanger voor rimpelspanning door middel van digitale signalen aan het product doorgestuurd. Hierbij reageert het product op de gewenste waarden en zet die passend om. Vervolgens controleert het product of de gewenste waarde ook overeenkomt met de werkelijke waarde, d.w.z. de actuele waarde, op het netaansluitpunt. Er vindt een terugkoppeling van de actuele waarde voor verdere verwerking plaats. Voor de regeling is een meting van het terugleververmogen op het netaansluitpunt noodzakelijk. Hiervoor is het gebruik van een energiemeter, bijv. de SMA Energy Meter, verplicht.
Voordelen:
Als de netwerkexploitant gewenste waarden voorschrijft en deze via een ontvanger voor rimpelspanning direct aan de omvormer doorgeeft door middel van digitale signalen, zet het product deze gewenste waarden om. Als het product als System Manager wordt gebruikt, kan hij ondergeschikte omvormers sturen en de gewenste waarden op de ondergeschikte omvormers overdragen.
Door de integratie van een energiemeter, bijv. de SMA Energy Meter, kan het eigenverbruik worden geoptimaliseerd. De energiemeter geeft regelmatig een terugmelding aan het product over hoe hoog het terugleververmogen op het netaansluitpunt is.
Als er elektrische verbruikers in de installatie zijn geïntegreerd, kan een optimalisering van het eigenverbruik plaatsvinden, doordat het product zijn terugleververmogen niet continu begrenst, maar dynamisch op het netaansluitpunt afhankelijk van het verbruikersvermogen regelt. Op die manier kunt u uw PV-energieopbrengst maximaliseren. Beperkende richtwaarden van de netwerkexploitant leiden er in dit geval niet toe dat het product tot bijv. 70 % wordt gereduceerd, maar dat de 30 % overtollige energie door de verbruikers wordt gebruikt.