Net- en systeembeveiliging functie instellen
Als u voor een de functie hebt gekozen en de elektrische aansluiting correct hebt uitgevoerd, moet u de parameters voor de net- en systeembeveiliging activeren en eventueel verdere instellingen uitvoeren.
Werkwijze:
- De procedure voor parameterwijziging volgen.
- In de parametergroep Apparaat > Power Control Module de parameter Net- en installatiebeveiliging selecteren en op Aan instellen.
- Kies [Alle opslaan] om de wijzigingen op te slaan.
Zie hiervoor ook: