Veiligheidsaanwijzingen


Dit hoofdstuk bevat veiligheidsaanwijzingen die bij alle werkzaamheden aan en met het product in acht genomen moeten worden.

Lees dit hoofdstuk aandachtig door en neem altijd alle veiligheidsaanwijzingen in acht om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen en een lange levensduur van het product te garanderen.

GEVAAR

Levensgevaar door hoge spanningen van de PV-generator

De PV-generator genereert bij zonlicht gevaarlijke gelijkspanning, die op de DC-leidingen en spanningvoerende onderdelen van de omvormer staat. Het contact met de DC-leidingen of de spanningvoerende onderdelen kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. Als de DC-connectoren onder belasting worden losgekoppeld van de omvormer, kan er een lichtboog ontstaan die een elektrische schok of verbrandingen veroorzaakt.

  1. Raak geen blootliggende kabeluiteinden aan.
  2. Raak de DC-leidingen niet aan.
  3. Raak geen spanningvoerende onderdelen van de omvormer aan.
  4. Laat de omvormer uitsluitend monteren, installeren en in bedrijf stellen door vakmensen met de juiste kwalificaties.
  5. Laat fouten uitsluitend door vakmensen verhelpen.
  6. Voordat er werkzaamheden aan de omvormer verricht worden, moet deze altijd op de in dit document beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld.

GEVAAR

Levensgevaar door elektrische schok

Als u een niet geaard PV-paneel of het niet geaarde frame van de generator aanraakt, kunnen levensgevaarlijke elektrische schokken ontstaan.

  1. Zorg ervoor dat de PV-panelen, het frame van de generator en elektrisch geleidende oppervlakken volledig geleidend met elkaar verbonden en geaard zijn. Neem daarbij de ter plaatse geldende voorschriften in acht.

VOORZICHTIG

Verbrandingsgevaar door hete onderdelen van de behuizing

Tijdens gebruik kunnen onderdelen van de behuizing heet worden.

  1. Raak tijdens bedrijf uitsluitend de behuizingsdeksel van de omvormer aan.

LET OP

Beschadiging van de afdichting van de behuizingsdeksel bij vorst

Als u de behuizingsdeksel bij vorst opent, kan de afdichting van de behuizingsdeksel beschadigd raken. Daardoor kan vocht in de omvormer binnendringen.

  1. Open de omvormer alleen als de omgevingstemperatuur ten minste -5 °C bedraagt.
  2. Als de omvormer bij vorst moet worden geopend, verwijder dan eerst het ijs dat zich eventueel langs de afdichting heeft gevormd (bijv. door het met warme lucht te ontdooien). Neem daarbij de geldende veiligheidsvoorschriften in acht.

LET OP

Beschadiging van de display of het typeplaatje door het gebruik van reinigingsmiddelen

  1. Als de omvormer vuil is, mag u de behuizing, de behuizingsdeksel, het typeplaatje, de display en de leds uitsluitend met een met water zonder zeep bevochtigde doek reinigen.