PV-installatie op aardlek controleren


Vakman

Wanneer de rode led brandt en op de gebruikersinterface van de omvormer in het menu Gebeurtenissen wordt het gebeurtenisnummer 3501, 3601 of 3701 getoond, kan een aardsluiting aanwezig zijn. De elektrische isolatie van de PV-installatie t.o.v. aarde is defect of onvoldoende.

GEVAAR

Levensgevaar door elektrische schok bij aanraken van installatiedelen welke onder spanning staan bij een aardlek

Als zich een aardlek voordoet, kunnen onderdelen van de installatie onder spanning staan. Aanraking van spanningvoerende onderdelen en kabels leidt tot levensgevaarlijk of dodelijk letsel als gevolg van elektrische schok.

  1. Schakel het product spanningsvrij en beveilig het tegen herinschakelen.
  2. Pak de kabels van de PV-modules uitsluitend aan de isolering vast.
  3. Raak de onderconstructie en het generatorframe niet aan.
  4. Sluit geen PV-strings met aardlek op de omvormer aan.

WAARSCHUWING

Levensgevaar door elektrische schokken bij beschadiging van het meettoestel bij overspanning.

Een overspanning kan een meettoestel beschadigen en elektrische spanning op de behuizing van het meettoestel veroorzaken. Het aanraken van een onder spanning staande behuizing van het meettoestel leidt tot de dood of tot levensgevaarlijk letsel als gevolg van een elektrische schok.

  1. Gebruik alleen meettoestellen met een DC-ingangsspanningsbereik tot minimaal 1000 V of hoger.

Werkwijze:

Voer de volgende handelingen in de aangegeven volgorde uit om de PV-installatie op een aardlek te controleren. De precieze procedure wordt in de volgende paragrafen beschreven.

  • Controleer de PV-installatie d.m.v. een spanningsmeting op aardlek.

  • Als de spanningsmeting niet succesvol was, controleer de PV-installatie dan d.m.v. een isolatieweerstandsmeting op aardlek.

Controle d.m.v. spanningsmeting

Controleer iedere string van de PV-installatie op een aardlek door de volgende stappen te volgen.

Werkwijze:

  1. GEVAAR

    Levensgevaar door hoge spanningen

    1. Schakel de omvormer spanningsvrij Omvormer spanningsvrij schakelen).
  2. Meet de spanningen tussen de pluspool en de aardpotentiaal (PE).
  3. Meet de spanningen tussen de minpool en de aardpotentiaal (PE).
  4. Meet de spanningen tussen de plus- en minpool.
  5. Als de volgende resultaten tegelijkertijd worden gemeten, is er sprake van een aardlek in de zonnestroominstallatie:
  6. Alle gemeten spanningen zijn stabiel.
  7. De som van de twee spanningen ten opzichte van de aardpotentiaal (PE) is ongeveer gelijk aan de spanning tussen de plus- en minpool.
  8. Als er een aardlek wordt gevonden, bepaal dan aan de hand van de verhouding tussen de twee gemeten spanningen de positie van het aardlek en verhelp het aardlek.
  9. Als er geen duidelijk aardlek meetbaar is en de melding nog steeds wordt weergegeven, voer dan een isolatieweerstandsmeting uit.
  10. Sluit strings zonder aardlek weer op de omvormer aan en stel de omvormer weer in bedrijf (zie installatiehandleiding van de omvormer).

Locatie van het aardlek

Het voorbeeld toont een aardlek tussen het tweede en derde PV-paneel.

5451103500

Controle d.m.v. isolatieweerstandsmeting

Als de spanningsmeting niet voldoende bewijs voor een aardlek oplevert, kan de meting van de isolatieweerstand het resultaat preciseren.

559183116

Schematische weergave van de meting

Berekening van de isolatieweerstand

De te verwachten totale weerstand van de PV-installatie of van een afzonderlijke string kan aan de hand van de volgende formule worden berekend:

De precieze isolatieweerstand van een PV-paneel kunt u bij de paneelfabrikant opvragen of aflezen van het datablad.

Als gemiddelde waarde voor de weerstand van een PV-paneel kan echter bij dunnefilmpanelen ca. 40 MOhm en bij poly- en monokristallijne PV-panelen ca. 50 MOhm per PV-paneel worden verondersteld (zie voor meer informatie over de berekening van de isolatieweerstand de technische informatie "Isolatieweerstand (Riso) van niet galvanisch gescheiden PV-installaties" op www.SMA-Solar.com).

Vereiste apparaten:

  • geschikt toestel voor veilig scheiden en kortsluiten

  • meettoestel voor isolatieweerstand

Toestel voor veilig scheiden en kortsluiting van de PV-panelen nodig

De meting van de isolatieweerstand kan alleen worden uitgevoerd met een geschikt toestel voor veilig scheiden en kortsluiten van het PV-paneel. Als er geen geschikt toestel beschikbaar is, mag de meting van de isolatieweerstand niet worden uitgevoerd.

Werkwijze:

  1. Bereken de te verwachten isolatieweerstand per string.
  2. GEVAAR

    Levensgevaar door hoge spanningen

    1. Schakel de omvormer spanningsvrij Omvormer spanningsvrij schakelen).
  3. Installeer de kortsluitinrichting.
  4. Sluit het meettoestel voor de isolatieweerstand aan.
  5. Sluit de eerste string kort.
  6. Stel de controlespanning in. De controlespanning moet zo dicht mogelijk bij de maximale systeemspanning van de PV-panelen liggen, mag deze echter niet overschrijden (zie datablad van de PV-panelen).
  7. Meet de isolatieweerstand.
  8. Hef de kortsluiting op.
  9. Voer de meting van de overige strings op dezelfde manier uit.
  10. Als de isolatieweerstand van een string duidelijk afwijkt van de theoretisch berekende waarde, is er sprake van een aardlek in de desbetreffende string.
  11. Sluit strings met aardlek pas weer aan op de omvormer als het aardlek is verholpen.
  12. Sluit alle andere strings weer aan op de omvormer.
  13. Stel de omvormer weer in bedrijf.
  14. Als de omvormer daarna nog steeds een isolatiefout meldt, neem dan contact op met onze serviceafdeling Contact). Het is mogelijk dat de PV-panelen in de gebruikte hoeveelheid niet voor de omvormer geschikt zijn.